Natuur verankerd in provinciaal beleid
Met het Onderhandelingsakkoord Natuur van 2011 en Natuurpact 2013 zette de overheid in op decentralisatie van het natuurbeleid. De provincies zijn nu de belangrijkste bestuurslaag geworden om natuurbeleid te formuleren. Wat betekent die decentralisatie voor de ambities van het natuurbeleid en de ingezette strategieën en middelen: Zien we nieuwe accenten? Nemen de verschillen tussen provincies toe? Wat zou dit kunnen betekenen voor de natuur? Het zijn de vragen die leidend zijn voor een analyse die Alterra Wageningen UR uitvoerde in opdracht van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). In deze verkenning 'Natuur in provinciale coalitieakkoorden', werden de provinciale coalitieakkoorden geanalyseerd die tot stand zijn gekomen na de provinciale statenverkiezingen van maart 2015.
Coalitieakkoorden
Natuurbeleid is een belangrijk provinciaal beleidsthema geworden, zo blijkt uit de analyse van die akkoorden. Ondanks dat de economie in de meeste provincies voorop staat, komt natuur in alle provinciale akkoorden prominent aan de orde. Radicale koerswijzigingen zijn er niet. Dat is ook niet zo vreemd, zo is te lezen in het rapport. Het provinciale natuurbeleid is kort na de decentralisatie nog herzien, bovendien bestaan de Colleges van Gedeputeerde Staten in de provincies uit brede coalities met minstens twee partijen die ook zitting hadden in het vorige college. Provincies hebben daarnaast maar een beperkte beleidsruime door internationale verplichtingen die voortvloeien uit de Europese Habitat- en Vogelrichtlijn, Natura 2000 en Kaderrichtlijn Water (KRW). Deze richtlijnen zijn mede bepalend voor uitvoering van het natuurbeleid.
Lijnen
De onderzoekers halen zes lijnen uit de coalitieakkoorden van de provincies:
- Natuurnetwerk Nederland blijft centraal staan.
- Internationale en nationale verplichtingen spelen een belangrijke rol.
- Initiatieven uit de samenleving worden steeds belangrijker.
- Integratie natuurbeleid met andere beleidssectoren.
- Hernieuwde aandacht voor nationale parken.
- Provincies zetten eigen middelen in voor natuur.
Verschillen
Alle provincies voeren natuurbeleid uit, maar er zijn wel verschillen. Zo realiseren sommige provincies meer nieuwe natuur dan strikt noodzakelijk (Groningen, Fryslân, Gelderland, Utrecht, Zeeland en Limburg), terwijl andere provincies alleen nieuwe natuur voor internationale doeleinden realiseren (Drenthe, Overijssel, Flevoland en Zuid-Holland). In vijf coalitieakkoorden is er expliciet aandacht voor nationale parken. De provincies Groningen, Overijssel, Flevoland, Utrecht en Limburg zien in deze gebieden mogelijkheden om natuur en economie (vooral toerisme) hand in hand te laten gaan.
Middelen
De extra hoeveelheid eigen middelen die provincies de komende periode extra investeren in natuurbeleid varieert van minder dan 1 miljoen euro per jaar (Fryslân en Noord-Holland) tot bijna 43 miljoen euro per jaar (Overijssel). Vooral de nieuwe coalities in Noord-Brabant en Groningen hebben deze extra budgetten in 2015 aanzienlijk verhoogd. De provincie Noord-Holland heeft als enige het extra budget voor natuur vanaf 2016 juist geschrapt.
Al eerder bleek dat natuur in goede handen is bij de provincies. Uit het rapport ‘Natuur in de provincie. Eén jaar Natuurpact in uitvoering’. dat vorig jaar verscheen, blijkt dat de provincies op schema liggen met de inrichting van het Natuurnetwerk Nederland (NNN).
(Bron foto: fotowedstrijd Groen Kennisnet: Zohre Rezazadeh Shanjani)