Nieuws

Natuurinclusieve economie vergt vele handen

Een natuurinclusieve economie vraagt om een multidisciplinaire benadering. De natuur is te belangrijk om deze volledig in handen van ecologen, soortendeskundigen en natuurbeschermers te leggen. De economie is te belangrijk om aan economen, bankiers en managers over te laten.

Dit is te lezen in het essay ‘Investeren, besparen en verwaarden’, geschreven in opdracht van het ministerie van Economische Zaken door LEI Wageningen UR. Het essay behandelt uiteeenlopend beleidsondersteunend onderzoek naar de waarde van groen dat gedurende drie jaar is verricht.

‘Ecologiseren’ en ‘economiseren’

Het essay sluit af met een zestal conclusies evenals zes aanbevelingen voor vervolgonderzoek. Bovenstaand is reeds een van de conclusies verwoord: geen enkele monodisciplinaire aanpak dient een natuurinclusieve economie. Een andere conclusie behandelt de subthema’s ‘Investeren', 'Besparen en Ontzien' en 'Verwaarden en Benutten'.

Gesteld wordt dat bedrijven - al dan niet uit welbegrepen eigenbelang - meer oog voor hun maatschappelijke functies krijgen, waaronder het zorgvuldig omgaan met natuur en biodiversiteit. ‘Anderzijds duwt de terugtredende overheid het traditioneel groene werkveld in de richting van de markt, die dientengevolge steeds economischer wordt. Ofwel, in krom Nederlands samengevat: de economie ecologiseert, en de ecologie economiseert.’

Interpretatie 'waarde' van 'groen'

Verder is gebleken, na samenvatting van de diverse onderzoeken, dat wanneer bedrijven gestimuleerd worden om 'natuurinclusief' te denken, ze ‘een afweging maken tussen een breed palet (met elkaar wedijverende) doelstellingen (inkomsten, werkgelegenheid), in plaats van louter en alleen voor groen te kiezen’.

In de conclusies wordt ook ingegaan op economische onzekerheid en wordt gesteld dat natuur zowel een economische activiteit (met ecosysteemdiensten) is als een essentiële openbare voorziening. Twee andere conclusies zijn dat de term ‘groen’ op verschillende manieren wordt geïnterpreteerd -variërend van biodiversiteit tot houtproductiepotentie- hetgeen ook geldt voor de term ‘waarde’.


(Bron foto: Thinkstock)