Natuurinclusieve landbouw als verdienmodel voor ondernemers bij Natura 2000-gebieden
De ontwikkelingsmogelijkheden van melkveebedrijven in de nabije omgeving van Natura 2000-gebieden zijn beperkt. Kostprijsverlaging door schaalvergroting is vaak onmogelijk. Aeres student Diederik Vinke vroeg zich af of natuurinclusieve landbouw kan bijdragen aan een toekomstbestendig verdienmodel voor melkveebedrijven in de directie omgeving van zo'n Natura 2000-gebied. Hij richtte zich in zijn afstudeeronderzoek op boeren rond de Engbertsdijksvenen in noordoost Overijssel.
Duurzaamheidsprogramma's
De Engbertdijksvenen zijn in 2009 aangewezen als een Natura 2000-gebied. Het is een van de 160 Natura 2000-gebieden in Nederland die worden beschermd vanuit de Vogel- en Habitatrichtlijn. Het idee is dat natuurinclusieve landbouw kan bijdragen aan natuurherstel, en kan zorgen voor een zachte overgang tussen de natuur en de naastgelegen landbouw. Om te onderzoeken wat de mogelijkheden zijn voor ondernemers, voerde Vinke een literatuuronderzoek uit en interviewde hij diverse organisaties.
Op basis van zijn onderzoek stelt de student in zijn afstudeerverslag dat natuurinclusieve landbouw voor melkveebedrijven rondom een Natura 2000-gebied een kansen biedt voor een nieuw verdienmodel. Financiële meerwaarde kan gerealiseerd worden door middel van duurzaamheidsprogramma’s. Zo heeft FrieslandCampina in 2019 de Top-Zuivellijn ingevoerd die goed aansluit bij ondernemers die natuurinclusieve landbouw willen toepassen op het bedrijf. Het maakt in 2020 een verschil in omzet van €2,00 per 100 kg. Verder blijkt dat bedrijven die duurzaam ondernemen en in het bezit zijn van kwaliteitskenmerken in aanmerking kunnen komen voor gunstigere financieringsmogelijkheden voor nieuwe leningen.
Subsidies
Daarnaast zijn er ook subsidiemogelijkheden, zoals de subsidie Plattelandsontwikkelingsprogramma 3 (POP3). Dit is de Nederlandse uitwerking van de beschikbare subsidie die verstrekt wordt door Europa middels het Europees Fonds voor Plattelandsontwikkeling en is gericht op een goede conditie van de biodiversiteit, natuur en landschap. Verder is er de subsidie Agrarisch natuur- en landschapsbeheer beschikbaar die meer gericht is op het behoud en het versterken van natuurwaarden.
En er is de subsidie Kwaliteitsimpuls natuur en landschap. Die is beschikbaar voor ondernemers die grond geschikt willen maken voor natuurbeheer. Dit is een subsidie voor functieverandering van de gronden. Maar de student wijst er op dat de duur van subsidies beperkt is, omdat het Gemeenschappelijk Landbouw Beleid waaruit veel subsidies beschikbaar worden gesteld iedere zes jaar wordt herzien.
Samenwerking
De waarde van natuurinclusieve landbouw komt niet alleen voort uit een meerwaarde in de vorm van geld. Natuur in de bedrijfsvoering vertaalt zich in een minder kwetsbaar bedrijf, omdat het in mindere mate afhankelijk is van fluctuaties in de kostprijs van externe input. De meerwaarde van natuurinclusieve landbouw kan ook ontstaan door imagoverbetering en acceptatie van het bedrijf in de omgeving.
Willen ondernemers natuurinclusieve landbouw toepassen, dan is het raadzaam goede mensen om zich heen te hebben die deze manier van ondernemen kunnen en willen ondersteunen, schrijft Vinke. Dit begint bij de toeleveranciers zoals de mengvoerleveranciers, loonwerkers, veearts, banken en accountants.
Daarnaast kan samenwerking met natuurorganisaties, terreinbeherende organisaties en agrarische collectieven ondersteuning bieden. Samenwerking tussen terreinbeherende organisaties en ondernemers naast een Natura 2000-gebied kan bijdragen aan een zachtere overgang tussen de natuurgebieden en de aangrenzende landbouwgronden.
(Bron foto: Shutterstock)