Natuurlijk bosbeheer en hoge wildstand, een lastige combi
In het noordwestelijk deel van de Veluwe kwamen in 2013 ongeveer 600 edelherten voor, terwijl de gewenste voorjaarsstand volgens Fauna-beheerplan Grofwild Gelderland 2014-2019 280 stuks is. De wildstand is er dus hoog, en dat heeft ook effect op de verjonging van het bos. Tijdens een excursie van bosbeheerders in het Speulder- en Sprielderbos, die Pro Silva in oktober 2016 organiseerde, bleek dat je er nauwelijks beuken of ander loofhout van jonger dan 15 jaar vindt. Vakblad Natuur Bos Landschap doet verslag van die excursie in het artikel 'Natuurvolgend bosbeheer en een hoge wildstand: gaat dat samen?'.
Rasteren
Het wild vreet vooral jong loofhout aan. Je ziet daarom dat in de niet-uitgerasterde percelen, de percelen waar het wild kan komen, dat naaldbomen domineren. Uit metingen blijkt dat het vraatpercentage aan jonge loofbomen varieert tussen de 42% (2014) en 71% (2016). Bij naaldbomen was dat percentage lager. In 2015 was 31% van de verjonging van naaldbomen aangevreten.
Je kunt het natuurlijk voorkomen door percelen uit te rasteren. Staatsbosbeheer doet dat ook om verjonging van de grond te krijgen. Maar het plaatsen ervan is kostbaar. Het vakblad noemt kosten van ongeveer €5,- per meter. Je moet bovendien twee keer per jaar maaien om het weglekken van stroom door de vegetatie te voorkomen.
Verlagen wildstand
De deelnemers vinden dat rasteren niet past bij de uitgangspunten van natuurlijk bosbeheer waar het er om gaat te werken aan gelaagde en gemengde bossen. Wil je werken volgens de Pro Silva-benadering waar waarbij er wordt gewerkt aan de verhoging van het aandeel inheemse loofbomen, dan lijkt dit moeilijk samen te gaan met de hoge wilddichtheden zoals die in dit bos voorkomen. Omdat rasteren of boomkokers ook niet passen binnen die benadering, zul je een oplossing moeten zoeken in het plaatselijk verlagen van de wildstand door afschot of verstoring, concludeert het vakblad.
(Bron foto: Shutterstock)