Nederlandse soja toch duurzaam alternatief
Het sojameel dat de Nederlandse diervoederindustrie gebruikt als belangrijke eiwitbron in veevoer, is grotendeels afkomstig uit Zuid-Amerika. De import van soja zorgt voor hoge transportkosten en uitstoot van broeikasgassen. Bovendien maakt het de Europese en Nederlandse vleesproductie afhankelijk van de wereldmarkt voor voedselvoorziening. De Nederlandse veevoerindustrie is daarom op zoek naar alternatieven.
Aanvullend onderzoek
Het rapport 'Al het vlees duurzaam in 2020' dat in 2011 uitkwam en ondertekend is door een groot deel van de Nederlandse vleesketen, spreekt de intentie uit het aandeel eiwitrijk diervoer afkomstig uit Europa te verhogen van 27% in 2011 tot 50% in 2020. Voorwaarde is dat dit bijdraagt aan verduurzaming van de veehouderijsector.
Onderzoeksbureau Questionmark stelt in een recent onderzoeksrapport dat het gebruik van in Nederland geteelde soja 5 tot 9 keer milieuvriendelijker is dan verwerking van soja afkomstig uit Zuid-Amerika. Het bureau voerde onderzoek uit in opdracht van Milieudefensie. Aanleiding voor dit onderzoek was een onderzoeksrapport van Wageningen UR Livestock Research, uitgevoerd door De Boer e.a., dat in 2014 verscheen. Uit dat onderzoek bleek dat de milieuwinst van Europese soja gering is. Wil je werken aan verduurzaming, dan zijn mogelijkheden om Zuid-Amerikaans sojameel te vervangen door Europese alternatieven beperkt.
Omdat Milieudefensie vermoedde dat niet alle relevante milieuaspecten in de analyse meegenomen waren en de milieuwinst daarom in dat onderzoek onderschat is, gaf de stichting opdracht voor een aanvullend onderzoek. Zo zouden aspecten als biodiversiteitverlies en verandering van landgebruik niet goed zijn meegenomen.
Verschil
De onderzoekers van Wageningen UR Livestock Research berekenden de milieuwinst van Nederlandse sojateelt in termen van CO2-uitstoot van 12% tot 20% per kilo soja. Als je ook effecten op biodiversiteit meeneemt, – zoals Questionmark doet – kan de milieuwinst van Nederlands sojameel 5 tot 9 keer hoger zijn dan van Zuid-Amerikaans sojameel.
Het rapport van De Boer wees erop dat teelt van soja in Europa ook andere effecten heeft. De teelt zou maïsteelt verdringen waardoor Europa meer maïs moet importeren uit Noord-Amerika. Daarbij is de sojateelt in Europa minder efficiënt dan de maïsteelt. Maar Questionmark stelt dat, als er ook als rekening gehouden wordt met de verschuiving van maïsteelt naar de Verenigde Staten, een milieuwinst te behalen is van 3,5 ton CO2 per ton soja. Dat is een milieuwinst die 27 keer zo hoog is als de milieuwinst die resulteert uit de uitgangspunten van het Wageningse onderzoek.
Het verschil in milieu-impact tussen Zuid-Amerikaanse sojabonen en Europese sojabonen komt ook tot uitdrukking in de milieu-impact van eindproducten waarin de soja verwerkt wordt, zoals varkensvlees. Varkensvlees van varkens die gevoerd zijn met Nederlandse sojabonen heeft een 28% lagere milieu-impact dan wanneer de varkens worden gevoerd met sojabonen uit Zuid-Amerika, aldus het rapport van Questionmark.
Verplaatsing van sojabonenteelt van Zuid-Amerika naar Europa kan positief zijn, concludeert Questionmark, maar dan moet het wel gepaard gaan met effectief beleid voor het creëren van landbouwgrond door ontginning van nieuwe gebieden in Europa die minder kwetsbaar zijn dan Zuid-Amerikaanse regenwouden.
(Bron foto: Pixabay)