Nieuws

Nieuwe Europese diergezondheidsverordening per 21 april 2021

Samenvatting
  • Onderwerp
    Dierenwelzijn, Gezelschapsdieren, Diergezondheid
  • Interessant voor
    Dierverzorger, Hippische ondernemer
Bekijk de bronnen
Vanaf 21 april gaat de nieuwe Europese diergezondheidsverordening gelden. De verordening is van toepassing op verschillende categorieën land- en waterdieren. Naast dieren in de commerciële veehouderij gaat het dan om aquacultuurdieren, gezelschapsdieren, hobbydieren, dierentuindieren, circusdieren, proefdieren, wilde dieren en producten van dieren.

De nieuwe verordening heeft gevolgen voor de Wet Dieren. Op enkele technische punten wordt deze gewijzigd.

Huidige Europese wetgeving

De huidige Europese wetgeving rondom diergezondheid is behoorlijk complex en versnipperd. De huidige regels inzake diergezondheid zijn verspreid over ongeveer 50 richtlijnen en verordeningen. Dit maakt dat het lastig is om dierziekten te voorkomen of te kunnen bestrijden. Dit terwijl we te maken gekregen met nieuwe uitdagingen, zoals nieuwe ziekten. Ook is de omvang van de handel in dieren en dierlijke producten sterk toegenomen, zowel binnen de EU als met niet-EU-landen. De nieuwe wetgeving is een groepering van alle huidige regels in één enkel wetgevingsbesluit. Dit moet helpen om dierziekten beter te voorkomen en te bestrijden en veiligheidsrisico’s op gecoördineerde wijze aan te pakken.

Wat verandert er?

Nieuw aan de verordening is dat:

  • De Europese Unie straks bevoegd is om geharmoniseerde en integrale maatregelen te nemen tegen opkomende dierziekten. Soms mogen de lidstaten die maatregelen zelf specificeren en aanvullen, maar vaker dan nu het geval is worden ze vanuit de EU opgelegd.
  • Het beleid meer risico-gebaseerd is vormgegeven met daarbij meer aandacht voor preventie. Vaccinatie is daarmee – naast van belang voor preventie – een volwaardig bestrijdingsinstrument geworden.
  • De basisverantwoordelijkheden van andere houders van dieren en dierenartsen zijn beschreven.

Aanvullende bepalingen per lidstaat

De diergezondheidsverordening is er niet alleen voor de dierenhouder of het bedrijf waar dieren worden gehouden, maar bevat ook aanwijzingen voor (uitvoerende instanties van) lidstaten. Een van de bepalingen geeft lidstaten de bevoegdheid om zelf maatregelen te treffen of uitzonderingen te maken. Dat betekent dat in enkele gevallen de landen ook aanvullende of consequentere maatregelen mogen vaststellen. De voorwaarde daar bij is dat verscherpte regels door de lidstaat zelf geen belemmering mogen opleveren voor vrij verkeer van goederen en diensten tussen de lidstaten. Daarnaast mogen ze wat in de verordening zelf staat niet tegenspreken.

Dierziekten bestrijden

De diergezondheidsverordening is er vooral op gericht om dierziekten in de kiem te smoren door middel van preventie, eerdere detectie en aanpak. De afgelopen decennia vond een behoorlijke verschuiving plaats in het vóórkomen van dierziekten. Zo steken ziekten uit tropische gebieden plotseling de kop op in Europa en krijgen we andere ziekten juist goed onder de duim, waardoor we ze vrijwel niet meer zien. De nieuwe wetgeving speelt in op deze verandering. Het gaat hier om ziekten die:

  • Normaal niet in de EU voorkomen en onmiddellijk uitgeroeid moeten worden als ze voorkomen.
  • Ziekten die moeten worden bestreden in alle lidstaten met als doel ze in de hele EU uit te roeien.
  • Relevant zijn voor een aantal lidstaten om te voorkomen dat ze zich verspreiden naar andere landen.
  • Maatregelen vragen om te voorkomen dat ze zich verspreiden door binnenkomst in de EU of verplaatsing tussen lidstaten.
  • Bewaking vereisen binnen de EU.

Identificatie en registratie dieren

Bovenstaande ziektecategorieën vereisen elk een specifieke aanpak. De verordening geeft richting aan die aanpak, zoals regels over waakzaamheid, bestrijdingsmaatregelen en vermindering, maar ook regels wat betreft verplaatsing van dieren, melding, bewaking, verplichte en optionele uitroeiing.

Om dit te kunnen waarborgen verandert onder andere de I&R van paarden vanaf april. Alle paardenhouderijen in Nederland moeten worden opgenomen in een door de overheid (RVO) beheerde centrale database. Alle paarden die op deze houderijen staan, moeten hierin worden ingeschreven om inzicht te geven in het aantal paarden per locatie. Dit is belangrijk om in de toekomst een beter overzicht te hebben bij de uitbraak van een besmettelijke ziekte zoals de Afrikaanse Paardenpest. Het is de verantwoording van de houder van de paardenhouderij en van de houder van het paard om aan de registratie-eisen te voldoen.

    (Bron foto: Friese paarden (©Marko Ruis))