Nieuwe KNMI-Klimaatscenario’s roepen op tot actie
Onderwerp
klimaat, klimaatverandering, klimaatscenario, droogte, uitstoot, hitte, extremiteiten
Interessant voor
beleidsmakers, agrariërs, tuinders, veehouders,
De vier klimaatscenario’s van het KNMI zijn een Nederlandse vertaling van de scenario’s van het klimaatpanel van de Verenigde Naties, het IPCC (Intergovernmental Panel on Climate Change). De KNMI-klimaatscenario’s geeft weer hoe het klimaat in Nederland zich kan ontwikkelen in 2050 en in 2100. Deze scenario’s zijn een update van de scenario's van 2014. Het jaarlijkse Klimaatsignaal geeft een tussentijdse stand van zaken.
Nut van klimaatscenario’s
Met de vier klimaatscenario’s kunnen Nederlanders zich voorbereiden op klimaatverandering. De zomers worden droger en warmer, dus boeren kunnen klimaat adaptieve maatregelen nemen. Zo zorgt adaptief waterbeheer met peildrainage of stuwtjes in de sloot voor meer water in de bodem. Of denk aan klimaatbestendig bouwen met wadi’s die regenwater verzamelen of open bestrating voor snelle afvoer van regenwater.
Vier klimaatscenario’s
Het KNMI heeft vier scenario’s gemaakt voor klimaatverandering in Nederland. Hier worden twee uitstootscenario’s (hoge en lage CO2-uitstoot) gecombineerd met de twee varianten ‘nat’ en ‘droog’. Je krijgt dan:
- Hoge CO2 uitstoot, verdrogend klimaat
- Hoge CO2 uitstoot, vernattend klimaat
- Lage CO2 uitstoot, verdrogend klimaat
- Lage CO2 uitstoot, vernatted klimaat
“‘Alle vier de scenario’s laten zien dat we hoe dan ook te maken krijgen met zeespiegel- en temperatuurstijging, drogere zomers en nattere winters. Alleen de grootte van de verandering verschilt per scenario.’”
De klimaatverandering in Nederland voltrekt zich waarschijnlijk binnen de grenzen van deze scenario’s. Klimaatverandering is al te merken in Nederland; zo is het sinds 1901 ruim 2˚C warmer. Er is een toename van extremen in hitte, droogte en neerslag. Hoe erg de verschillen merkbaar worden, ligt aan toekomstige CO2 uitstoot.
Lage of hoge uitstoot
Het lage uitstootscenario is gebaseerd op 1,7˚C mondiale opwarming tussen 2050 en 2100 (SSP1-2.6 scenario van het IPCC). De wereld houdt zich dan aan het Klimaatakkoord van Parijs. Het hoge uitstootscenario is gebaseerd op 2,4 en 4,9 ˚C mondiale opwarming in 2050 en 2100 (SSP5-8.5 scenario van het IPCC). De uitstoot van broeikasgassen neemt dan tot 2080 in het huidige tempo toe. Of we veel of weinig CO2 uitstoten, ligt aan menselijk gedrag aldus het rapport.
Verdrogend of vernattend scenario
De omgang met waterschaarste is een van de belangrijkste uitdagingen van de toekomst. Daarom bestaan er twee varianten, een verdrogend of een vernattend scenario. In een verdrogend scenario gaan de winters licht vernatten en de zomers sterk verdrogen. In een vernattend scenario gaan de winters sterk vernatten en de zomers licht verdrogen.
Trends en projecties
Het KNMI heeft de verwachte klimaatverandering in Nederland uitgesplitst in tien variabelen. Voor iedere variabele analyseert het KNMI de trend en voorspelt de gevolgen hiervan. Deze voorspelde gevolgen zijn een hogere temperatuur, meer stedelijke klimaatproblematiek, hevigere en andere zomerbuien, hagel en onweer. Ook neemt de droogte en verdamping toe, verandert de zonnestraling, wolken, wind(stoten) en hoeveelheid mist. Tenslotte blijft de zeespiegel stijgen.
Agrariërs anticiperen op droogte
Het KNMI presenteert elf impact cases die laten zien hoe Nederland zich kan wapenen tegen klimaatverandering. Groen Kennisnet licht de casus over hoe agrariërs anticiperen op droogte uit in het dossier klimaatadaptatie in de open teelten.
Een ander voorbeeld is hoe het Waterschap Vechtstromen samenwerkt met boeren en burgers in het Twentse buurschap Breklenkamp. Daar hebben ze veel last van droogte en hevige regenbuien. Zo staan de beken en vennen lang droog, is er geen beregening mogelijk en sterven kolossale bomen af. Na hevige neerslag lopen laaggelegen percelen onder. De percelen moeten dus meer water vasthouden.
Het Waterschap Vechtstromen leert en werkt samen met inwoners en terreinbeheerders hoe je dit kunt aanpakken. Zo worden er samen klimaat robuuste bijdragen gemaakt zoals het plaatsen van stuwen, aangepast peilbeheer en duurzaam bodembeheer. De boeren monitoren de waterstanden en bodemvochtgehaltes en dit zorgt voor meer waterbergend vermogen van de bodem.