Nieuwe stalsystemen dragen bij aan verbetering van dierenwelzijn
Veranderingen in ongerief
In 2007 is de Nota Dierenwelzijn door de toenmalige Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) aan de Tweede Kamer aangeboden. In die nota en het kabinetsbeleid is vastgelegd dat dierenwelzijn in Nederland moet verbeteren. Om de welzijnsknelpunten te inventariseren heeft Wageningen UR Livestock Research in 2007 een ongeriefanalyse uitgevoerd. Ongerief is gerubriceerd en geprioriteerd door dierwetenschappers voor rundvee, varkens, pluimvee, nertsen en paarden. Het betrof een expertview, want systematische veldwaarnemingen voor ongerief bij een voldoende grote steekproef van bedrijven zijn niet beschikbaar. Aan die expertview hebben per diersoort diverse deskundigen bijgedragen. De ongeriefanalyse is in 2010 herhaald, om na te gaan in hoeverre in het recente verleden sprake is van vermindering van ongerief.
Veel welzijnswinst te behalen in nieuwe systemen
gerelateerd aan huisvesting en/of aan het houderijsysteem als geheel, waarbij de erfelijke aanleg van het dier, de segmentatie in de sector, de voeding en het huisvestingssysteem gezamenlijk bronnen van ongerief zijn. Een belangrijk punt is, dat behoeften van de dieren bekend zijn en dat daar in toenemende mate aan tegemoet wordt gekomen. Het ontwerpen van alternatieve houderijsystemen, waarin behoeften van dieren, productieresultaten, milieu en arbeidskwaliteit geïntegreerd worden, is een werkbaar instrument gebleken ter vermindering van ongerief door het houderijsysteem. Bij melkvee, varkens en leghennen worden (elementen van) nieuwe ontwerpen in de praktijk gebouwd. Paardenhouders gaan zelf op zoek naar meer welzijnsvriendelijke systemen.
Nieuwe concepten in management, voeding en huisvesting zijn te meer nodig vanwege de noodzakelijke vermindering van het gebruik van antibiotica. Vermindering van antibioticumgebruik brengt een risico op meer ongerief door infectieziekten met zich mee. Echter, grootschalige implementatie van (realiseren van veel dierplaatsen in) nieuwe systemen is een langdurig proces. Erfelijke aanpassingen en nieuw- of verbouw van stallen, nog afgezien van veranderingen in de opbouw van de gehele keten, hebben een doorlooptijd van meer jaren. Bij een analyse met een tussentijd van drie jaar kunnen wel trends geconstateerd worden, maar de periode is te kort om forse stappen bij de vermindering van ongerief te kunnen constateren. Tegelijkertijd is beoordelen van de stand van zaken wat betreft ongerief bij dieren met een redelijke frequentie nodig om de invloed van beleid te evalueren.
Regelgeving belangrijke stimulans
Regelgeving, die een radicale verandering in huisvesting vereist, zoals het kooiverbod bij leghennen (2012) en groepshuisvesting bij zeugen (2013), is een belangrijke stimulans. Voor melkkoeien en paarden is er (nog) geen regelgeving ten aanzien van huisvesting en welzijn. Toch ontstaan initiatieven voor nieuwe huisvestingsconcepten, bij melkvee mede ingegeven door milieuregelgeving.
Juist meer ongerief
Op onderdelen komt ook vermeerdering van ongerief voor, veroorzaakt door veranderingen in houderijsysteem of huisvesting. Niet meer castreren van mannelijke biggen betekent vermindering van ongerief door de handeling, maar meer risico op ongerief doordat de dieren elkaar onderling beschadigen. In systemen waar leghennen vrije uitloop krijgen, kunnen de dieren natuurlijk gedrag beter uitoefenen, maar zijn de risico’s op verenpikken en ziekte groter dan in systemen met kooien en/of binnenhuisvesting.(Bron foto: Wageningen UR)