Nieuws

Nieuwe vangmethodes Amerikaanse rivierkreeft

Rivierkreeft - Catlyn59 via Pixabay
Bron foto: Catlyn59, Pixabay (Pixabay licence)
Samenvatting
  • Onderwerp
    amerikaanse rivierkreeft, invasieve exoten, vangstmethoden, bestrijding
  • Interessant voor
    terreinbeheerders, medewerkers waterschappen, beleidsmakers
Bekijk de bronnen
De Nederlandse waterschappen zitten met de Amerikaanse rivierkreeft in hun maag. Deze invasieve exoten vermenigvuldigen zich razendsnel en veroorzaken schade aan flora, fauna en het watersysteem. Innovatieve vangmiddelen zijn in ontwikkeling om de kreeftenoverlast op grote schaal te kunnen bestrijden.

Rivierkreeften zitten vooral in stil of langzaam stromend water, zoals sloten en grachten. De kreeften zijn alleseters en verstoren het natuurlijk evenwicht. Door hun graafgedrag veroorzaken de schaaldieren niet alleen schade aan de oevers van sloten, maar tasten ze ook de waterkwaliteit aan. Soms beschadigen de kreeften ook opritten, dijken en kades. Sinds 2016 staat de Amerikaanse rivierkreeft op de lijst van invasieve exoten. Dat betekent dat EU-lidstaten verplicht zijn maatregelen te nemen om vergaande verspreiding te voorkomen. 

Naast de inheemse Europese rivierkreeft zijn er in ons land zeven exotische kreeften, waaronder zes Amerikaanse soorten. Ze zijn vooral in Utrecht, Noord-Holland en Zuid-Holland wijdverspreid. De dieren hebben nauwelijks natuurlijke vijanden. In 1985 is de inmiddels beruchte rode Amerikaanse rivierkreeft voor het eerst waargenomen in de Nederlandse wateren.  

'Beheersbare' omvang 

De Unie van Waterschappen vindt dat de uitheemse rivierkreeft bestreden moet worden ‘tot een beheersbare omvang’. Vooral op plaatsen waar ze voor veel overlast zorgen. Waterschappen, gemeenten en terreinbeheerders mogen de toegestane vangmiddelen niet gebruiken, omdat dit aan beroepsvissers is voorbehouden. Voor het op grote schaal vangen van de kreeften moet daarom de wet- en regelgeving worden aangepast, redeneert de koepelorganisatie. Volgens de Unie van Waterschappen is het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) daarom aan zet.   

In samenwerking met het ministerie en professionele vissers mogen de waterschappen wel op een aantal plaatsen proeven doen met het vangen van de Amerikaanse rivierkreeft. Zo is het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard begonnen met een meerjarige proef om de mogelijkheden, effectiviteit en haalbaarheid van het vangen van de schadelijke rivierkreeften te onderzoeken. Ook Waterschap Brabantse Delta beproeft maatregelen.

Bijvangst 

Op dit moment zetten beroepsvissers vooral de kreeftenkorf of de schietfuik (een aangepaste palingfuik) in om de schaaldieren te bestrijden. Een groot nadeel is de omvangrijke bijvangst van vissen en amfibieën zoals kikkers, in de fuiken. Om tot een oplossing te komen is Hoogheemraadschap Delfland, in samenwerking met het Ministerie van LNV, gestart met een traject om nieuwe innovatieve vangtuigen te ontwikkelen.  

Drie technieken zijn boven komen drijven: de sleufval, de paraplukorf en de vierkante kreeftenfuik. Studenten, bedrijven, beroepsvissers, waterschappen en andere overheden hebben ze doorontwikkeld en beproefd. Vooruitlopend op een veldtest in het beheergebied van Delfland zijn de drie valtechnieken getest op een efficiënte inzet en de bijvangst op proeflocatie ‘De Sinderhoeve’ van Wageningen Environmental Research.  

Niet robuust genoeg 

In het rapport Efficiëntie van innovatieve vangtuigen voor het vangen van rivierkreeften zijn de eerste resultaten gedeeld. De belangrijkste conclusie is dat ‘de aangeleverde vangtuigen prima werkten als eerste concepten, maar dat ze in hun huidige vorm niet robuust genoeg zijn voor regulier gebruik in het veld’. Verdere doorontwikkeling is noodzaak, zeggen de onderzoekers.  

De innovatieve vallen bleken minder effectief bij het vangen dan de schietfuik. Maar de bijvangst was duidelijk minder bij alle drie de methodes. De paraplukorf en de sleufval leverden de beste resultaten als het gaat om efficiënt vangen, aldus het rapport. 

Meer kans op blauwalg 

Door de verstoring van het ecosysteem groeit met de verspreiding van de Amerikaanse rivierkreeften ook de kans op blauwalg in watersystemen. Volgens eco-toxicoloog Ivo Roessink van de Wageningen University is Nederland te laat met het bestrijden van de invasieve exoten. ‘De bestrijding is nooit goed opgepakt, omdat het geld kost en niet hoog op het prioriteitenlijstje van waterbeheerders stond’, zei hij tegenover EenVandaag.  

De grootste probleemsoort is de rode Amerikaanse rivierkreeft, benadrukt Roessink. Die beestjes kunnen zelfs over land lopen en nieuwe wateren opzoeken. Hij verwacht een verdere verspreiding richting Friesland, Overijssel en Groningen. In Dronten, waar blauwalg verergert door de Amerikaanse rivierkreeft, is een nieuwe methode ingezet: de Craybar. Het is een piramidevormig val die alleen kreeften lokt. Als zij in de opvangbak terechtkomen, kunnen ze niet meer terug en zijn ze voer voor reigers, meeuwen en meerkoeten. 

Ontbreken van afzetmarkt 

Momenteel wordt de invasieve kreeft mondjesmaat gericht bevist. Voor beroepsvissers zijn de schaaldieren bijvangst, waarvan ze maar ongeveer de helft verkopen. Ze zetten de dieren terug of eten ze zelf. Omdat er geen commercieel aantrekkelijke afzetmarkt is, staan beroepsvissers niet te trappelen om gericht te vissen op rivierkreeft. Als die markt er wel zou zijn, overweegt een deel van de beroepsvissers dat wel.