Nieuws

Ontwikkeling Europese aquacultuur stagneert

De EU heeft verschillende subsidieprogramma’s voor de ontwikkeling van de aquacultuursector. Maar dat heeft niet geleid tot een hogere visproductie binnen de EU-lidstaten. In de periode van 2008 tot 2017 nam de productie af van 667.733 naar 648.935 ton. Viskwekers worden in hun ontwikkeling met name gehinderd door bureaucratie en door lokale wetten en regelingen.

De afgelopen twee decennia heeft de EU verschillende subsidieprogramma’s gehad voor de ontwikkeling van de aquacultuursector. Die fondsen hebben als doel de ontwikkeling van de aquacultuursector te stimuleren. Maar de vraag is of die subsidies effectief zijn. De totale vinvisproductie door EU-lidstaten is niet toegenomen, schrijft vakblad Aquacultuur. In een artikel zet het vakblad de bevinding uit een onderzoek naar de kosten en baten van EU aquacultuursubsidies op een rij.

Productieafname

Op het Europese continent is de totale productie van vinvis van 2008 tot 2017 toegenomen van 1.8 tot 2.3 miljoen ton per jaar. Maar als je kijkt naar de productie binnen de EU-lidstaten, dan nam de productie in die periode af van 667.733 naar 648.935 ton. De toename van de productie zie je vooral in landen die niet tot de EU behoren zoals Noorwegen en Turkije. In Noorwegen groeide de productie van voornamelijk zalm in die periode van 900.000 naar 1,3 miljoen ton. En in Turkije nam de productie van zeebaars en zeebrasem toe van 149.000 ton naar 247.000 ton.

Binnen de EU zijn het vooral de landen rond de Middellandse Zee, zoals Spanje, Frankrijk en Italië die veel produceren, elk meer dan 200.000 ton per jaar. Spanje is koploper met 284.000 ton in 2016. In het rijtje landen neemt Nederland de zesde plaats in met 63.000 ton per jaar. Dit betreft voornamelijk schelpdieren. Net als in de meeste EU-landen is de productie in Nederland sinds 2006 met zo'n 16% afgenomen, van 75.000 ton per jaar naar 63.000 ton per jaar. Binnen de EU nam alleen de productie in het Verenigd Koninkrijk en Griekenland toe. De vraag rijst hoe dit kan? Wat is de oorzaak van die afnemende productie? En zijn de EU-subsidies wel effectief?

Subsidieprogramma's

Om de ontwikkeling van de aquacultuur te stimuleren, zijn er in de EU verschillende subsidieprogramma's. De Europese Unie start elke 6 tot 7 jaar een nieuwe serie subsidieprogramma’s. Zo was er tussen 2000 en 2006 het Financial Instrument for Fisheries Guidance (FIFG) en van 2007 tot 2013 was er het European Fisheries Fund (EFF). Beide fondsen hadden een omvang van  € 11,28 miljard, waarvan € 1,16 miljard ten goede is gekomen aan de aquacultuursector. Nu, van 2014 tot 2020, is er het European Maritime and Fisheries Fund (EMFF) met een budget van € 8,6 miljard. € 1,7 miljard daarvan is bestemd voor de aquacultuur.

Binnen de EU nam het aantal aquacultuurbedrijven toe van 10.529 in 2008 tot 12.158 in 2016. Als je het omrekent, werd tussen 2007 en 2013 per bedrijf gemiddeld € 41.000 aan subsidie toegekend. En in de periode van 2014 tot 2020 zal dit toenemen tot gemiddeld € 123.000 per bedrijf, schrijft het vakblad. Natuurlijk gaat dit bedrag niet rechtstreeks naar bedrijven. Het wordt ook gebruikt voor andere zaken zoals onderzoeks- en innovatieprojecten, promotie, opzet van onderwijsprogramma’s of aan opbouw of versterking van aquacultuurorganisaties.

Wat betreft de toekenning van de subsidies zie je wel verschillen per land. In Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en Portugal zijn de subsidies per bedrijf het laagst, variërend van € 42.000, € 50.000 tot € 56.000 per bedrijf. In Nederland is het subsidiebedrag omgerekend zo'n € 78.000 per bedrijf. Wat opvalt is dat er relatief grote bedragen richting Oost Europese aquacultuur gaan. Na Spanje ontving Polen de meeste fondsen voor aquacultuurontwikkeling, aldus het vakblad. Maar als je kijkt naar de productiegroei dan is daar weinig bereikt.

Bureaucratie

Ondanks die subsidieprogramma's blijft de aquacultuurproductie binnen de EU stagneren. De vraag is waarom die productie achterblijft? Waarom neemt de productie in landen zoals Noorwegen en Turkije wel toe? En wat moet er gebeuren om de sector meer leven in te blazen?

In het artikel worden een aantal verklaringen genoemd. Zo blijken EU-regelgeving, zoals de Kaderrichtlijn Water, en de nationale milieuwetgeving lastig te combineren met ecologische verantwoorde en economisch rendabele ontwikkeling van de sector. Beginnend ondernemers hebben last van het doolhof van lokale wetten en regelingen. Daarnaast spelen hoge arbeidskosten, de aarzeling van banken om in Europese aquacultuur te investeren en algemene economische onzekerheden een rol. Verder is de krimp van de schelpdierproductie door diverse schelpdierziektes en de lage economische opbrengsten een verklaring voor de afname van de productie.

Wil de EU de productie stimuleren, dan kun je dat niet simpelweg oplossen met subsidiegelden, zo besluit het artikel. Je moet strurcturele kwesties in het systeem aanpakken zoals de alsmaar 'complexer wordende bureaucratische octopus' binnen de EU en het doolhof van lokale wetten en regelingen waar men als beginnend viskweker doorheen moet.

(Bron foto: Shutterstock)