Ontwikkelvragen voor voedselbossen
Voedselbossen kun je beschouwen als de meest radicale vorm van grondgebonden landbouw. Je hebt gemengde teelt van meerjarige gewassen waarbij je de bodem niet meer bewerkt, bemest of met gewasbeschermingsmiddelen behandelt. Hoewel de belangstelling voor voedselbossen groeit, neemt de oppervlakte ervan - naar schatting 48 hectare - slechts 0,1‰ van het landbouwareaal in.
De grondgebonden landbouw beslaat ruim 60% van het Nederlandse grondoppervlak en is daarmee het meest beeldbepalend in het landelijk gebied. Maar de landbouw staat voor forse sociale, economische en ecologische uitdagingen. Daarom worden er alternatieve productiemethoden ontwikkeld zoals niet-kerende grondbewerking, kringlooplandbouw en natuurinclusieve landbouw. Een voedselbos is de meest vergaande vorm daarvan, schrijven Dick van Dorp en Derk Jan Stobbelaar in een artikel in vakblad Landschap .
Ecosysteemdiensten
Hoewel voedselbossen nog maar een beperkt aandeel van de Nederlandse landbouw innemen, is er wel groei. Het eerste voedselbos, Sualmana in Swalmen, is inmiddels zo'n 25 jaar oud. Er zijn nu initiatieven voor grotere voedselbossen, zoals een bos van 20 ha in Schijndel en een bos van 56 ha in Flevoland.
Naast dat voedselbossen voedsel produceren, leveren ze nuttige ecosysteemdiensten. Zo zijn voedselbossen in staat CO₂ te binden. Een voedselbos kan 40 ton koolstof per hectare vastleggen. Daarnaast zorgen voedselbossen dat regenwater in de bodem infiltreert en leveren ze een bijdrage aan de versterking van de biodiversiteit. Ook maatschappelijk kan een voedselbos een nuttige rol spelen. Ze leveren een bijdrage aan een veerkrachtige samenleving via educatie, recreatie of gastronomie.
Wet- en regelgeving
Voedselbossen kunnen op verschillende manieren tot stand komen, afhankelijk van de uitgangssituatie. Het artikel noemt drie ontwikkelpaden voor een voedselbos: op voormalige landbouwgrond, op een bos- of natuurterrein en als stadspark of plantsoen. Je krijgt bij die ontwikkeling te maken met wet- en regelgeving, wijzigingen in het bestemmingsplan en landschappelijke veranderingen.
Een voedselbos dat op landbouwgrond wordt ontwikkeld, zorgt voor grote landschappelijke veranderingen. Door de aanplant van bomen verandert de status. Bij een beplanting van meer dan 0,1 ha of een rijbeplanting van meer dan 20 bomen wordt de wet natuurbescherming van kracht. Er is dan geen sprake meer van landbouw, maar van bosbouw. Dat kan ook consequenties hebben voor het bestemmingsplan.
Bij de ontwikkeling van en voedselbos vanuit een bestaand bos of natuurterrein, moet je rekening houden met de Wet Natuurbescherming. Een voedselbos kan verstorend werken, zo schrijven de auteurs. Maar ecologisch gezien kan de omvorming ook een verrijking zijn. In stedelijke gebieden is de ontwikkeling van een voedselbos wettelijk het eenvoudigst.
Verdienmodellen
Voordat de ontwikkeling van voedselbossen echt van de grond kan komen, zijn er nog vragen te beantwoorden. Naast de vragen over verdienmodellen zijn het vragen over opbrengsten, over de nutriëntenbalans, over de bijdrage aan de koolstofbinding en het watervasthoudend vermogen.
Daarnaast moet je onderzoeken hoe je producten op een economische haalbare manier kunt oogsten, verwerken en vermarkten. Er moet gekeken worden hoe je de bestaande wet- en regelgeving kunt aanpassen zodat je de ontwikkeling van voedselbossen kunt stimuleren. Ook moet er onderzoek komen naar de effecten van de aanplant van uitheemse soorten op landschap, ecologie en biodiversiteit.
Groen Kennisnet besteedt deze week extra aandacht aan kringlooplandbouw, met elke dag een bericht over een specifiek onderwerp. Meer informatie over Kringlooplandbouw vind je op het portaal Kringlooplandbouw.