Optimisme over natuurinclusiviteit in de landbouw
Onderwerp
natuurinclusieve landbouw
Interessant voor
docenten, natuurinclusieve boeren, beleidsmakers
Er waren ruim honderdvijfig mensen naar Hogeschool Van Hall Larenstein gekomen om te praten over natuurinclusiviteit. Wat houdt het in, hoe geef je het vorm en wat het vraagt het van het onderwijs? Dat deden ze in lezingen, debatten en werksessies.
De meerderheid van de deelnemers op deze jaarlijkse landelijke onderwijsdag - georganiseerd door de greendeal ‘Natuurinclusieve Landbouw Groen Onderwijs’, een samenwerking van groene opleidingen met de overheid - kwam uit onderwijs. Ze vertegenwoordigden scholen voor groen vmbo, mbo en hoger onderwijs uit het hele land.
Verwaarden van ecosysteemdiensten
Ongeveer 20 procent van de aanwezigen was agrarisch ondernemer. Zij vertelden er over hun dilemma’s. Mooi dat natuurinclusief ondernemen, vond bijvoorbeeld Roy Meijer, een jonge melkveehouder en voorzitter van NAJK, “maar het belangrijkste blijft toch de cashflow.”
Wageningse bioloog Arnold van Vliet vond dat ecosysteemdiensten benoemd moeten worden. Wat levert de natuur ons bijvoorbeeld aan bestuiving, waterberging, plaagonderdrukking of klimaatregulering? “Met alleen pleiten voor de intrinsieke waarde van natuur gaan we het niet redden.” Maar die ecosysteemdiensten worden meestal niet herkend, laat staan verrekend.
Rol van het onderwijs
Onderwijs heeft hierbij een opgave. Noëlle Aarts, hoogleraar socio-ecologische interacties aan de Radboud Universiteit Nijmegen, hield een pleidooi om er aandacht te besteden aan verbinding. “We moeten niet alleen werken aan hernieuwd contact met de natuur, maar ook met de ander en met onszelf.“ Een andere manier van ondernemen en werk maken van natuurinclusiviteit vraagt immers een andere mindset en ook samenwerking.
Dat vond ook Ron Methorst, lector omgevingsinclusief ondernemen bij Aeres Hogeschool Dronten. “Het is vooral zaak om bij vmbo’ers, mbo’ers en hbo’ers de mentale ruimte te vergroten”, zei hij. “Zodat ze kansen gaan zien in een andere aanpak.” Er zijn veel zaken die mensen dan moeten overwinnen, zoals scepsis en financiële systemen, maar ook hij is optimistisch. “We merken dat veel jonge boeren er op andere wijze in staan dan de oudere generatie.”
Werksessies
In de 14 werksessies – in groepjes die zich door de hogeschool verspreidden – ging het bijvoorbeeld over de kansen voor die jonge boeren. Er werd nader gesproken over verdienmodellen, wateropgaven, agroforestry of mentale ruimte. Hoe kan groen onderwijs de mentale veerkracht van jonge en ook minder jonge boeren vergroten?