Oude granen voor de toekomst
In de afgelopen duizenden jaren zijn verschillende tarwesoorten (Triticum) en ondersoorten geteeld en gegeten. In de 20ste eeuw zijn broodtarwe en durum(pasta) tarwe wereldwijd belangrijke gewassen, terwijl spelt, emmer en eenkoorn nauwelijks meer geteeld worden. De huidige mondiale tarweteelt bestaat voor 95% uit broodtarwe.
Maar spelt, emmer en eenkoorn zijn opnieuw in de belangstelling gekomen bij consumenten, boeren, molenaars en bakkers. Daarnaast worden ook oude Nederlandse rassen van broodtarwe weer geteeld. De redenen hiervoor zijn zeer divers, zoals: vergroten van de biodiversiteit in de landbouw, behoud van biocultureel erfgoed, bijdrage aan de gezondheid en meer mooie, smaakvolle producten.
Spelt, emmer en eenkoorn hebben echter een lage opbrengst en zijn daardoor duurder. De zaden zitten vast in het kaf, en hebben daarom een speciale behandeling nodig: ze moeten eerst gepeld worden voordat ze verder behandeld kunnen worden. Daarnaast heeft er geen veredeling plaatsgevonden voor hogere opbrengst, en worden de halmen bij de teelt op voedselrijke grond zó lang dat de planten veel sneller legeren (omvallen) dan de veredelde kort-stro broodtarwerassen.
Back to the Future
In het opiniestuk: ‘Back to the Future – Tapping into Ancient Grains for Food Diversity’ geven onderzoekers van de Universiteit van Hohenheim een overzicht van de achtergronden, trends en tekortkomingen om een succesvolle keten gebaseerd op oude granen te realiseren. Hierin benadrukken ze het belang van het benutten van de diversiteit die in genenbanken opgeslagen ligt. Ze stellen dat oude granen door de lage opbrengst niet veel zullen gaan bijdragen aan het voeden van de groeiende wereldbevolking. Maar aangezien consumenten in de westerse wereld een toenemende belangstelling hebben voor regionale producten van hoge kwaliteit, zien ze veel mogelijkheden voor de oude granen. In het artikel 'Comparative Study of Hulled.....' beschrijven onderzoekers hun onderzoek aan 15 rassen/monsters van ieder eenkoorn, emmer, spelt, durum en broodtarwe op verschillende agronomische eigenschappen. Zij concluderen uit de resultaten dat de teelt en opbrengst van deze oude granen door veredeling verbeterd kan worden.
EU projecten
In het EU project TRAFOON (Traditional Food Network), dat dit jaar eindigt, zijn verschillende bijeenkomsten georganiseerd over de innovaties die nodig zijn om traditionele voedingsproducten te ontwikkelen. In Nederland heeft Wageningen University & Research met het Nederlands Bakkerij Centrum een bijeenkomst georganiseerd waarbij boeren, molenaars, bakkers en voedingsdeskundigen hun ervaringen en visies konden delen. Er is ook veel aandacht besteed aan het ambachtelijke herontwikkelen van zuurdesem voor een goed brood van traditionele granen. De onderzoekers concluderen o.a. dat sterke lokale netwerken snelle uitwisseling van informatie mogelijk maken, dat er niche markten zijn die nog niet benut worden, maar ook dat er nog te weinig kennis is over rassen en hun eigenschappen.
In het EU project DIVERSIFOOD, lopend tot 2019, worden door het Louis Bolk Instituut verschillende gewassen onderzocht, waaronder eenkoorn en emmer, op o.a. teeltaspecten, en op kwaliteit en smaak van de producten.
(Bron foto: Guy Ackermans)