Nieuws

Paul Verkleij gaat voor positief beeld van het intensieve bedrijf: “Efficiënter werken met minder verliezen”

Paul Verkleij (integraal aanpakken)
Bron foto: integraal aanpakken
Samenvatting
  • Onderwerp
    eiwit, efficiëntie, biodiversiteit, duurzaamheid
  • Interessant voor
    veehouders, bedrijfsadviseurs, beleidsmakers
Bekijk de bronnen
Paul Verkleij runt samen met zijn dochter Tess, broer Joost en hun echtgenotes Marsia en Bernadette een melkveehouderij in Hazerswoude-Dorp (ZH). Verkleij hoopt dat intensievere bedrijven, zoals dat van henzelf, ook positiever gerepresenteerd zullen worden in media. “Duurzaamheid gaat niet alleen maar over biodiversiteit en waterkwaliteit, maar óók over efficiënter werken met minder verliezen.”

Het bedrijf van de familie Verkleij typeert zich met 35.000 kg melk/ha door zijn intensiteit. ''We hebben een megastal en verhoudingsgewijs een hoge productie en veel koeien. Afgelopen jaren laaide het debat in de media vaak op over bedrijven als het onze. Die zouden haaks staan op duurzaamheid.''

Diversiteit

Paul vindt dat negatieve beeld zonde, geeft hij aan. ''Wij werken met twee gezinnen aan dit familiebedrijf en willen het ook doorgeven.''

Zo hebben drie van zijn vier kinderen, ‘de drie meiden’, aangegeven later in de sector aan de slag te willen gaan. ''Ze oriënteren zich volop op wat er speelt en wat ze willen. Wij willen dat zij een mooie kans krijgen.''

De diversiteit aan bedrijven trok hem aan in dit project. ''Betrek in het verhaal van de landbouwtransitie ook bedrijven als deze'', stelt hij. ''Óók wij werken hard aan duurzaamheidsprogramma’s en scoren goed op bepaalde kerngetallen. Al zullen dat weer andere zijn dan bij bijvoorbeeld de biologische boer.''

“Betrek in het verhaal van de landbouwtransitie ook bedrijven als het onze.”

Paul Verkleij, 2025

KringloopWijzer

Daarnaast bevalt het Paul dat het project opgezet is rondom de KringloopWijzer. ''De hoeveelheid maïs en gras die je van je land afhaalt, werkt direct door. Dus nu we bezig zijn met netjes bemesten, vers gras voeren en grasland opnieuw inzaaien, zie je dat terug. Je krijgt meer inzicht in je foodprint en gaat efficiënter werken.''

Al zeggen cijfers ook weer niet alles, weet hij uit eigen ervaring. ''Vorig jaar kregen we de kans om 40 hectare grasland te huren. Dat hebben we gedaan om meer mest te kunnen plaatsen, maar dat zorgde er wel direct voor dat we slechter scoorden op ammoniak.''

''Je denkt: ik extensiveer, heb meer land met hetzelfde aantal koeien, maar op papier betekent het dat we meer mest zelf kunnen plaatsen en dat wordt direct toegerekend aan ons eigen bedrijf. Daardoor gaat de totale emissie omhoog. Dat maakt het vergelijken met voorgaande jaren lastig.''

Ruw eiwit

Paul is positief verrast door het kijken naar het ruw eiwit. ''Wij zaten best hoog met 174 g/kg DS. Wat dat betreft was er winst te behalen. Tegelijkertijd merkten we dat het ureumgehalte in onze melk relatief laag was: bij aanvang al onder de 20. Dat riep vragen op: hoe kan die hoge input toch een relatief laag ureum geven in de melk?''

''Als je de cijfers goed in beeld hebt, kan je ervan leren. Het bleek bij ons te maken te hebben met de voersoorten die wij voeren. Ontsloten tarwe werkt goed bij ons. Sinds vorig jaar verbouwen we ook ons eigen maïs. ''Een andere ontdekking is de samenhang met het energieniveau. Je eiwitgehalte op peil houden is één, maar een tweede is de verhouding van energie tot eiwit. Wij zetten veel energie tegenover onze eiwitten, dat werkt blijkbaar goed voor de benutting van het eiwit.''

“We zetten veel energie tegenover onze eiwitten, dat werkt goed.”

Paul Verkleij, 2025

Vers gras

''In het tweede jaar van het project zijn we ook vers gras gaan voeren”, vervolgt hij. “Er is een dure machine voor nodig en het is arbeidsintensief. We melken drie keer per dag in een 40 stands buitenmelker, dus we moesten even kijken hoe we dat konden inpassen.''

''Nu we deze weg zijn ingeslagen, willen we niet terug. De koeien zijn niet meer afhankelijk van weidegang voor vers gras. Dat komt goed uit, omdat wij met behoorlijk natte percelen van 2 hectare werken, met sloten eromheen. Prima als je 60 koeien melkt. Maar met 230 koeien buiten loop je gemakkelijk schade.''

''Door op deze manier te werken sluiten we grotere risico’s uit, maar voeren we onze koeien wel méér én betere kwaliteit gras. Daardoor hoeven we van half maart tot november in principe geen eiwitkrachtvoer en soja aan te voeren. Dat is wel een winst die mooi aansluit op onze filosofie. Op deze manier weten wet het eiwit in het gras beter te benutten dan in het verleden, toen we veel meer gras inkuilden.''

Doorvertaling

Zijn blik op de toekomst? ''Op dit moment hebben we onze zinnen gezet op een stikstofkraker. Omdat onze mineralen-efficiëntie goed is, hebben we relatief lage gehaltes N (stikstof) en P (fosfaat) in onze mest. Daardoor moeten we ook veel kuubs afzetten om genoeg af te voeren. En helaas raken we ook veel fosfaat kwijt, meer dan dat er bij komt. Voor ons zou het een mooie oplossing zijn als we het fosfaat en de stikstof uit elkaar kunnen trekken. Dan kunnen we het fosfaat op ons eigen bedrijf houden en de stikstof afvoeren.''

Voorlopig zit dat plan nog vast op wet- en regelgeving, voegt hij toe.''“Zolang het niet erkend is als kunstmestvervanger, kunnen we er nog niets mee.''

Tenslotte ziet hij graag dat ook de kennis van dit project wordt doorvertaald naar de politiek en maatschappij. ''Je ziet bijvoorbeeld dat de Rabobank nu ook gaat werken met de KringloopWijzer. Dat is mooi: dit soort projecten dragen daar aan bij.''

''Wat betreft de samenleving: de gemiddelde burger zegt het percentage eiwit van eigen land waarschijnlijk niets. Duurzaamheid doet denken aan thema’s als biodiversiteit en waterkwaliteit. Maar óók efficiënter werken met minder verliezen is heel belangrijk. Als we die boodschap over kunnen brengen, ben ik al heel blij.''