Perspectief voor veenvervangers
Veen is een belangrijke grondstof voor veel plantensubstraten. Maar aan het gebruik van veen kleven bezwaren. Zo verdwijnen natuurgebieden door het afgraven van veen, en draagt het gebruik van veen bij aan het vrijkomen van CO₂ als broeikasgas. Daarom zijn plantentelers op zoek naar veenvervangers.
Het Vlaamse Proefcentrum voor Sierteelt (PCS) heeft onderzoek gedaan naar mogelijke veenvervangers: bosplagsel, heidechopper en compost. Vakblad Sierteelt & Groenvoorzieningen besteedt in twee artikelen aandacht aan dit onderzoek.
Mengsels
In een eerste artikel, dat in 2019 werd gepubliceerd, wordt beschreven wat het effect is van verschillende mengsels met potgrond en veenvervangers op de groei van verschillende gewassen: Acer campestre, chrysant, Chamaecyparis ‘Ellwoodii en azalea. Uit het praktijkonderzoek op het proefstation blijkt dat voor azalea en chrysant die veenvervangers een goed substraat zijn. De planten ontwikkelen zich goed. Bij Chamaecyparis blijkt dat bosplagsel geen goed alternatief is, terwijl dit gewas zich juist wel goed ontwikkelt in een mengsel met heidechopper.
Plantweerbaarheid
Omdat de veenvervangers vaak rijk zijn aan functionele gemeenschappen van micro-organismen, is gedacht dat die vervangers ook een effect kunnen hebben op de weerbaarheid van de plant. Een tweede artikel beschrijft proeven waarbij bovengenoemde gewassen worden opgekweekt in een standaard potgrond en drie verschillend mengsels van 60% compost en 40% standaard potgrond.
De resultaten verschillen per gewas, maar de algemene indruk is dat je bij gebruik van de composten een positief effect kunt zien op de plantweerbaarheid. Bosplagsel en heidechopper lijken geen effect te hebben. De onderzoekers willen in een vervolgproef kijken of de compostmengsels een duidelijker positief effect hebben als je biocontrolepreparaten aan de substraten toevoegt.
(Bron foto Pxfuel)