Plantaardige mest
Maaimeststoffen zijn gewassen die worden gemaaid om als plantaardige meststof elders toe te passen. Omdat vlinderbloemigen in staat zijn met hun wortelknolletjes stikstof uit de lucht te binden, worden vlinderbloemige gewassen zoals klaver of luzerne vaak gebruikt als maaimeststof.
Stikstof
Biologische bedrijven experimenteren volop met deze plantaardige meststoffen. De biologische sector streeft naar een volledige biologische bemesting in 2020. Akkerbouwers en tuinders mogen vanaf dan enkel biologische meststoffen op hun land brengen. De beschikbaarheid van dierlijke biologische mest is beperkt.
Met de maaimeststoffen wordt stikstof aangevoerd. De stikstofbinding kan oplopen van 200 kilo N per hectare voor grasklaver, tot meer dan 400 kilo per hectare voor een goed geslaagde luzerneteelt, aldus een rapport van het Louis Bolk Instituut. Maaimeststoffen bieden daarom een uitkomst voor biologische telers, aldus het onderzoeksinstituut, maar ook voor andere telers zijn maaimeststoffen interessant.
Bodemgezondheid
Daarom gaan Vlaamse onderzoekers meerjarige veldproeven opzetten om de effecten te beoordelen, zo blijkt uit een publicatie van Coördinatiecentrum praktijkgericht onderzoek en voorlichting Biologische Teelt.
Plantaardige bemesting is rijk aan organische stof en heeft daarom een sterk effect op bodemgezondheid, bodemstructuur en het organisch stofgehalte in de bodem. Bemesting met maaimeststoffen is daarom meer dan het toedienen van mineralen. Het gaat ook om het verzorgen van de bodem.
Een brochure van het Louis Bolk Instituut geeft veel praktische tips. Welke maaimeststoffen zijn er? Hoe conserveer je de meststoffen? Hoeveel stikstof heeft een gewas nodig? Wanneer moet je meststoffen toedienen? De maaimeststoffen moeten door het bodemleven immers omgezet worden in nutriënten. Voor een goede stikstofbeschikbaarheid moeten de maaimeststoffen drie tot vijf weken voordat het gewas substantieel stikstof gaat opnemen worden toegediend, zo is te lezen in de brochure.
(Bron foto: Pixabay)