Praktijkproject Welzijnsmonitor Melkvee van start
Welfare Quality
Het project 'Meten en verbeteren van dierwelzijn voor de sector melkvee' wordt in opdracht van het ministerie van Economische Zaken en het Productschap Zuivel uitgevoerd. Overheid en bedrijfsleven vinden het belangrijk dat het welzijn op melkveebedrijven objectief gemeten kan worden en dat de daarvoor te hanteren methode internationaal erkend wordt. Hiervoor is aansluiting bij de systematiek van het internationale onderzoeksproject Welfare Quality® belangrijk. Welfare Quality heeft een vernieuwende systematiek neergezet, waarbij welzijn op het primaire bedrijf wordt gemeten, op basis van metingen aan de dieren. Een ondernemer die geïnteresseerd is in het welzijn van zijn dieren kan daarop sturen. Ook ketenpartijen kunnen gebruik maken van de systematiek.
Vergelijking meetmethoden
In Nederland waren op initiatief van de zuivelsector en de melkveehouderij al methodes ontwikkeld om het dierenwelzijn te bepalen, zoals de Welzijnswijzer Melkvee (NZO en LTO), het Koekompas (Cono Kaasmakers) en de Continue Welzijnsmonitor, een systeem dat gebruik maakt van data die al in de sector verzameld worden. De methode van Welfare Quality is internationaal breed erkend als standaard en geaccepteerd maar kost relatief veel tijd. Ook kwamen er in een test van het Welfare Quality protocol nog wat onvolkomenheden aan het licht, waardoor het protocol nog niet als zodanig bruikbaar is. In het praktijkproject zullen de verschillende meetmethoden om het dierenwelzijn te meten worden vergeleken. De uitgangspunten van Welfare Quality zijn daarbij leidend, aangezien deze systematiek het meest op wetenschappelijke leest is geschoeid. In het project wordt samengewerkt met Vetvice, vier dierenartsenpraktijken verspreid over het land, en worden 60 melkveebedrijven als deelnemers gezocht. Het project heeft een looptijd van 3 jaar.
(Bron foto: Cover van 'Welfare Quality Assessment Protocol for Cattle')