Precisielandbouw mist precisie in rentabiliteit
Onderwerp
Precisielandbouw
Interessant voor
Loonwerkers
Hoe kunnen loonwerkers inspelen op precisielandbouw?, is de hoofdvraag die Ohlen beantwoordt aan het einde van zijn opleiding Agrotechniek en Management aan de Aeres Hogeschool Dronten. Hij heeft daarom een kwalitatief onderzoek uitgevoerd onder vier akkerbouwers en vier veehouders.
Uit de inventarisatie blijkt dat akkerbouwers en veehouders vooral de oogstwerkzaamheden uitbesteden aan een loonbedrijf. Daarnaast worden ook de werkzaamheden van het zaaien en bemesten vaak neergelegd loonbedrijven. De gewasbescherming wordt enkel door veehouders uitbesteed, concludeert hij.
Terugverdienen
Uit de analyse blijkt dat een RTK GPS systeem en automatische sectieaansturing rendabel is bij het gebruik van 1000 uur per jaar, enkel door de besparing op gewasbescherming en minder overlap. Voorwaarde is wel dat loonwerkers de besparingen ook doorberekenen in hun uurtarief. Hoe duurder de gebruikte middelen, hoe eerder de inzet van precisielandbouw is ‘terugverdiend’.
Zo kan met het bijhouden van 36 hectare consumptieaardappelen de kosten van een RTK GPS systeem en sectie aansturing rendabel zijn door een besparing van vijf procent op gewasbescherming. Voor mais moet 1250 hectare gespoten worden met een besparing van 9,2 procent om tot een vergelijkbaar financieel resultaat te komen.
Uit de gesprekken bleek verder dat akkerbouwers en veehouders ook geïnteresseerd zijn in opbrengstmeting. Dit is niet direct terug te verdienen in meeropbrengst of kostenbesparingen, maar dit moet op lange termijn worden terugverdiend door de veehouder of akkerbouwer met variabele teeltbewerkingen. Om deze investering rendabel te maken voor loonwerkers zal de prijs van het oogsten met een opbrengstmeting omhoog moeten, concludeert Ohlen.
Technologieën
Bij precisielandbouw wordt met behulp van technologie heel nauwkeurig de bedrijfsmatige handelingen uitgevoerd. Dat kan in de veehouderij, met bijvoorbeeld het wegen van biggen, maar vooral in de akkerbouw en vollegrondsgroenteteelt. Hiervoor worden verschillende technologieën ingezet zoals GPS, sensortechnologie, ICT en robotisering. Bij precisielandbouw kan per vierkante meter of zelfs per plant bepaald worden welke ingreep nodig is.
Het gaat daarbij om plaatsbepaling en stuursystemen van landbouwvoertuigen of om waarnemen via bodemkaarten en gewasopnames. Maar ook om tal van werkzaamheden op het land nauwkeurig uit te voeren, zoals irrigatie, onkruidbestrijding, zaaien, poten, bemesten en het inzetten van gewasbescherming.
Nauwelijks praktijkrijp
Naast de hoge investeringskosten, blijken precisietechnieken vooral in de akkerbouw nauwelijks praktijkrijp. Er is een ‘wildgroei aan softwaresystemen’ en verschillende programma’s kunnen niet of nauwelijks informatie uitwisselen, zeggen experts. ‘Het is in mijn ogen één van de redenen dat precisielandbouw niet van de grond komt. Wanneer je niet alles van hetzelfde merk hebt, loop je tegen problemen aan’, zegt Jacob van den Borne uit Reusel.
Van den Borne ziet dat het probleem van interoperabiliteit wel aan de kaak wordt gesteld door Stichting Boer&Data, een initiatief voor en door boeren. Door gezamenlijk de rechten en de belangen van de boeren te verbeteren, wordt de datapositie van de boer ten opzichte van leveranciers versterkt. Binnen het project Nationale Proeftuin Precisielandbouw (NPPL) gaan boeren en tuinders samen met experts van Wageningen University aan de slag met praktijkoplossingen. NPPL heeft als doel de opbrengsten te verhogen, de milieubelasting te verminderen, de voedselkwaliteit te verbeteren en de kosten te verlagen.
Knelpunten
Wageningen University & Research (WUR) bracht in oktober 2020 een knelpuntenanalyse naar buiten over het datagebruik op het boerenbedrijf. Eén van de belangrijkste aanbevelingen is dat afspraken nodig zijn over de architectuurprincipes voor software. De onderzoekers stellen dat dit de basis vormt voor een ‘data gedreven landbouw’. Die moet uiteindelijk leiden tot verdere verduurzaming van de sector.