Relatie biodiversiteit en begrazing onderzocht
De website Natuurbericht.nl (artikel ‘Experimenteren met begrazing voor meer diversiteit’) beschrijft een ‘groot veldexperiment’ op kalkgraslanden in Zuid-Limburg, die behoren ‘tot de meest soortenrijke graslanden van Nederland’.
Diversiteit meten
De komende maanden worden drie proefvlakken begraasd met schapen – intensiteit en timing is van belang. ‘De rest van de terreinen bestaat uit controlegebied waar regulier beheer plaatsvindt’, aldus Stichting Bargerveen van wie het Natuurbericht-artikel afkomstig is. Het onderzoek moet bepalen of de proefvlakken samen meer diversiteit in planten, bloemaanbod, microklimaat en diersoorten herbergen dan het ‘ouderwets’ beheerde controlevlak.
Ook aan het blad Natuur Bos Landschap (NBL) leverde Stichting Bargerveen, betrokken bij de experimenten een bijdrage: ‘Graslandbeheer bekeken door insectenogen’ (november 2012). In dit artikel wordt verwezen naar eerder onderzoek. Beheer heeft veel effect. Gebleken is bijvoorbeeld dat de overleving van de veldparelmoervlinder in een regulier begraasd onderzoeksterrein 50% lager lag dan in het niet begraasde controlegebied en het licht begraasde referentieterrein.
Stikstofdepositie
Hoe bijzonder diverse soorten in de Zuid-Limburgse graslanden zijn, wordt benadrukt in het rapport ‘Uitbreiding en herstel van Zuid-Limburgse hellingschraallanden’. In dit onderzoek wordt stilgestaan bij de achteruitgang van het soortenrijk door de verhoogde beschikbaarheid van stikstof.
Ook naar deze problematiek wordt gekeken in de veldproeven. Stikstof zorgt voor een hogere biomassaproductie. ‘Door de overmatige beschikbaarheid van stikstof is veel intensiever beheer nodig om vergrassing tegen te gaan’ (bron: NBL). Bijvoorbeeld zodat planten makkelijker zaad kunnen zetten.
Beheer en Natura2000
Intensief beheer zorgt er echter voor dat veel insecten in de knel komen, ‘bijvoorbeeld doordat de vegetatie zo kort is dat schuilmogelijkheden en voedsel ontbreken’ (NBL). Hoe al deze mechanismen samen hangen en hoe beheer hierin een rol kan spelen en wanneer en hoe intensief dit het beste plaats kan vinden wordt onderzocht om toe te werken naar de Natura 2000-doelen.
In het Natuurbericht-artikel wordt geconcludeerd: ‘Door het aangepaste beheer kunnen de aantallen van sommige planten en dieren verminderen, maar het nieuwe beheer mag niet leiden tot het verdwijnen van karakteristieke soorten uit de terreinen.
Het onderzoek vindt plaats in het kader van het programma O+BN van het Ministerie van Economische Zaken en de Vereniging van Bos- en Natuurterrein Eigenaren (VBNE).
(Bron foto: Pixabay)