Nieuws

Resultaten Online kennisbijeenkomst Monitoring en Predatie

Bron foto: Annemarie Loof (© Annemarie Loof)
Met 30 mensen uit het werkveld van het (agrarisch) natuurbeheer en diverse onderzoekers was de tweede predatiebijeenkomst (dd. 16 december 2021) geslaagd. Rienk Fokkema (RUG) heeft de monitoring van predatie vanuit wetenschappelijk onderzoek toegelicht waarna Martijn Struijf van Landschap Noord-Holland en Dorien Jansen van BoerenNatuur de ervaringen met het monitoren en elektrisch uitrasteren in de uitvoering in het veld hebben toeglicht. De bijeenkomst was georganiseerd door Hogeschool Van Hall Larenstein en BoerenNatuur (vanuit het LIFE IP All4Biodiversity project).

Predator en nest predatie monitoring Sudwest Fryslân - Rienk Fokkema (RUG)

Bekijk de presentatie: 'Predator en nest predatie monitoring Sudwest Fryslân'

Het onderzoek vindt plaats in Zuidwest Friesland en het is een vrij groot onderzoeksgebied waardoor er veel variatie is in de hoeveelheid en type predatoren per deelgebied. Met het onderzoek willen ze graag in kaart brengen welke predatoren het gebied gebruiken. Zendergegevens van de predatoren zijn hierbij nodig om meer te leren over hoe ze het gebied gebruiken en wanneer ze er voorkomen: hoe bewegen ze door het gebied? En waaruit bestaat hun voedsel? Dit is nu nog lastig te zeggen omdat predatoren die op camera staan niet per definitie eieren eten. Ook zegt dit nog niks over de predatie van kuikens.

Opzet van de monitoring: Bij nesten in regio Sudwest Fryslan zijn op basis van een grid door het studiegebied cameravallen geplaatst. Aan de hand van de beelden wordt nestpredatie bijgehouden. De wildcamera’s zijn op 50 cm hoogte geplaatst in NW-NO richting om verstoring van de zon te voorkomen op de beelden. Ze zijn op toegangsdammen tot percelen bijna horizontaal gericht geplaatst zodat de camera’s predatoren van verder weg kunnen vastleggen. Kleine predatoren zijn hierdoor wel lastiger op te pikken. Het is een camera met een dag- en een nachtlens (Browning dark ops pro XD). Kleine predatoren proberen ze te detecteren met buizen met lokaas met daarin een camera (genaamd struikrovers).  Hiermee zijn afgelopen seizoen ratten, muizen, bunzings en egels gezien.

Weidevogels in de Hekslootpolder en de Hempolder: het effect van vossenrasters - Martijn Struijf (Landschap Noord-Holland)

Bekijk de presentatie 'Weidevogels in de Hekslootpolder: het effect van vossenrasters'

Aan de hand van de ervaringen in twee gebieden in Noord-Holland geeft Martijn Struijf praktische tips voor het plaatsen en monitoren van elektrische rasters in weidevogelgebieden.

Praktische zaken omtrent het raster:

  • Kosten: 150 euro per 50 meter voor netten, 100 euro per km voor draad. Er zijn drie draden gebruikt. Draden zijn dus een stuk goedkoper. Grondwerkzaamheden kosten ook geld, paar duizend euro.  Er stond tussen de 4500 en 6000 volt op de draden.
  • Het raster wordt gefinancierd door de gemeente Haarlem die graag de laatste weidevogels in de gemeente wil behouden.
  • Er stonden zes camera’s in het gebied, vier bij de nesten en twee op willekeurige plekken.

Er waren geen schuilplekken voor predatoren in het gebied waardoor er geen predatoren ingerasterd zijn. Het is verstandig om het raster niet het hele jaar te laten staan omdat de predatoren dan langer de tijd hebben om toch een weg te vinden om door het raster heen te gaan. Echter wanneer er jaarrond goed stroom op een raster staat, dan leren roofdieren af om het gebied in te gaan. De vos kruipt liever onder een draad door dan er overheen te springen. Er moet flink stroom op de draad (richting de 6000 volt) staan om de predatoren af te schrikken. Ze moeten het direct voelen als ze in de buurt komen.

Jagers hebben bijgedragen aan de monitoring van de roofdieren. Als er gejaagd wordt, is het verstandig om dit voor het broedseizoen te doen. Dan gaan de vossen een gebied kiezen om jongen te krijgen, daarna heeft jacht weinig zin omdat de vos al jongen heeft. Vossen kunnen het best ’s nachts bejaagd worden waarvoor een vergunning nodig is. Het uitgerasterde gebied moet zo groot mogelijk zijn zodat de kuikens voldoende ruimte hebben om te foerageren. De predatie van nesten door vogels lijkt niet hoger te zijn geworden na het uitrasteren. De sheets van de presentatie worden afgesloten met een lijst van praktische tips over de monitoring en het plaatsen van rasters.

Ervaringen met het protocol voor monitoring van elektrisch uitgerasterde percelen - Dorien Jansen (BoerenNatuur)

Bekijk de presentatie 'Protocol monitoring elektrisch uitrasteren'

Naar aanleiding van de eerste bijeenkomst over predatie is een protocol opgesteld waarmee de collectieven hun ervaringen met het elektrisch uitrasteren kunnen vastleggen. Eerder is aangegeven dat het veel tijd kost om het protocol te gebruiken in het veld. Daarnaast is het ook kostbaar wanneer je gebruik wil maken van camera’s en/of drones. Ook geeft het veel verstoring wanneer het raster minimaal om de week moet worden gecheckt en bij stroomlekken nog vaker, terwijl vaak de rasters op percelen worden geplaatst waar je zoveel mogelijk rust wilt bieden voor de weidevogels.

In Eemland hebben ze geen gebruik gemaakt van het protocol. Ze controleren de stroom met een spanningsmeter en gaan alleen het raster af wanneer er een stroomlek was. Monitoring van de vogels en de predatoren werd gedaan door vrijwilligers en jagers.

Het monitoren van nestsucces kost veel tijd. Het tellen van predatoren kan een alternatief zijn wat minder tijd kost. Het ligt eraan wat je wil onderzoeken in het gebied. Misschien is het goed om voor beide opties een protocol te hebben wat korter is dan het huidige protocol.

Het is ook verstandig om ook het vegetatietype te noteren zoals bijvoorbeeld een schatting van de verschillende soorten grassen en kruiden. Dit geeft een indruk van de kwaliteit van het leefgebied van de grutto wat mede het nestsucces bepaalt. Het gebied kan ook zelf als nulmeting worden gebruikt, dus hoe groot was het nestsucces voor en na het inrasteren. Dit kost minder tijd dan het vergelijken van twee percelen (één uitgerasterde en één niet uitgerasterde). Om kosten te besparen kan de monitoring ook worden uitgevoerd met vrijwilligers, maar de vraag is of hiermee altijd de gestructureerde gegevens verzameling geleverd kan worden die nodig is voor goede monitoring. Mogelijk zijn zij minder regelmatige beschikbaar en missen misschien de benodigde onderzoekservaring. Wellicht kunnen ze wel onderzoek doen naar de verschillende vegetatietypen van de percelen. Een protocol met een minder frequente controle en monitoring vraagt is makkelijker voor boeren en vrijwilligers. Het protocol van Landschap Noord-Holland dat de vrijwilligers van het agrarisch collectief Water, Land en Dijken hebben gebruikt, is hier een mooi voorbeeld van. Dit kan ook naast een uitgebreider protocol bestaan voor veldmedewerkers en onderzoekers. Zo kunnen beide protocollen elkaar versterken. Het hangt af van het doel, welke methode van monitoring en welk protocol geschikt is.

Een van de vragen was waarom we niet meer inzetten op predatorenbeheer in plaats van het uitrasteren van weidevogelgebieden, aangezien dit tijdrovend en kostbaar is. Predatorenbeheer kan echter ook leiden tot gevolgschade. Een daling van het aantal vossen kan bijvoorbeeld leiden tot meer kleine marterachtigen. Daarnaast is ook vossenjacht lastig, tijdrovend en is er een vergunning nodig voor het verjagen of schieten van vossen in de nacht. Het is daarom belangrijk om te blijven monitoren in de gebieden, te experimenteren met rasters en te leren over predatie van weidevogels. Hierover moeten we elkaar op de hoogte houden. Ook over wat we kunnen doen in het landschapsbeheer om predatie te verminderen.