Nieuws

Roofmijten tegen trips in hortensia

Hortensiakwekers hebben steeds vaker te maken met aantasting door een nieuwe tripssoort: Thrips setosus. Uit praktijkproeven blijkt dat je die trips goed kunt bestrijden met Limonica, een roofmijt.

Vanaf het moment dat hortensiakweker Ronald Vlasveld in Boskoop in 2016 te maken kreeg met aantasting van Thrips setosus, richtte hij zich op de mogelijkheden van biologische bestrijding. Hij werkte al tien jaar met roofmijten tegen spint, zo is te lezen een artikel in Boom in Business. Hij ziet dat roofmijten effectief werken. Ze komen diep in het gewas waar chemische middelen niet kunnen komen. In overleg met de leverancier van roofmijten zette hij de roofmijt Amblydromalus limonicus in die de tripsplaag onder de duim wist te houden.

Praktijkproef

Vlasveld is een van de vijf hortensiakwekers die in samenwerking met Koppert Biological Systems een praktijkproef uitvoert om te zien of deze roofmijt uitkomst kan bieden. De roofmijten worden in de kas geblazen met een apparaat: de Mini-Airbug. Die blaast de mijten diep in het gewas over een breedte van 3 tot 4 meter en een diepte van 2 meter. Er zijn ook grotere verblaasapparaten zoals de Airbug of de Airobug die de roofmijten verder verspreiden. Voor de kas van Vlasveld volstaat de Mini-Airbug.

Limonica

In het artikel vertelt Rianne Lek, adviseur bij Koppert dat je de roofmijten vanaf de zomer goed in kunt zetten tegen de bestrijding van deze tripssoort. Voordat de praktijkproef bij de hortensiakwekers werd gestart, heeft de producent van biologische bestrijdingsmethoden verschillende roofmijtsoorten in het lab getest. Amblydromalus limonicus, of kortweg Limonica, kwam als effectiefste uit de bus omdat de roofmijt ook nog actief is bij lagere temperaturen. Afhankelijk van het gewas, kun je ook de roofmijt Amblyseius swirskii en de roofwants Orius laevigatus inzetten tegen trips.

(Bron foto: Pixabay)