Nieuws

Routekaart voor klimaatslimme melkveehouderij

De melkveehouderij moet inspelen op klimaatveranderingen en de uitstoot van broeikasgassen terugdringen. Voor de ontwikkeling op lange termijn is een routekaart ontwikkeld.

De klimaatverandering heeft op twee manieren effect op de melkveehouderij. In de eerste plaats zal de sector de uitstoot van broeikasgassen als CO₂, methaan en lachgas fors moeten terugdringen. Dit wordt ook wel klimaatmitigatie genoemd. Daarnaast zal de klimaatverandering ook effect hebben op de melkveehouderij zelf. De sector zal er tijdig op moeten inspelen via maatregelen voor klimaatadaptatie.

Klimaatslimme melkveehouderij

Een klimaatslimme melkveehouderij is een melkveehouderij die de uitstoot van de broeikasgassen vermindert, maar tegelijkertijd ook zorgt dat de kwetsbaarheid voor de klimaatverandering verminderd wordt. Het rapport 'Klimaatslimme melkveehouderij' is een weergaven van een studie om de opgaven en mogelijkheden voor de Nederlandse melkveehouderijsector in kaart te brengen.

Klimaatmitigatie

Wat betreft de reductie van broeikasgassen staat de sector voor een aantal forse opgaven. Zo moet Nederland de totale uitstoot van broeikasgassen in 2013 terugdringen met 49% ten opzichte van 1990, en met 95% in 2050. Ook binnen de EU gelden vergelijkbare normen. Op sectorniveau heeft de Duurzame Zuivel Keten (DZK) zich ten doel gesteld de broeikasgasemissies uit de zuivelketen ten opzichte van 1990 met 20% te verminderen in 2020 en vanaf het jaar 2011 emissies niet meer te laten stijgen.

Klimaatadaptatie

Voor de klimaatadaptatie liggen andere uitdagingen. Zo zullen in Nederland de gemiddelde temperatuur en CO₂-concentraties in de lucht stijgen en neerslagpatronen veranderen. Daarnaast neemt de kans op weersextremen toe, zoals langdurige droogte, extreme regenbuien, hagel en onweer, en meer hittedagen in de zomer. Die klimaatverandeirngen hebben invloed op de bedrijfsvoering: op grasgroei, ziekten en plagen, diergezondheid, prijzen van grondstoffen of andere bedrijfsaspecten.

Klimaatverandering

Zo kan het zijn dat de grasproductie toeneemt, maar dat de verteerbaarheid van gras bij langdurige droogte afneemt. Of dat er bij extreme neerslag minder groeidagen zijn en de uitspoeling van nutrienten toeneemt. Ook kunnen er problemen ontstaan door plantenziekten- plagen of een toename van veeziekten. Die ontwikkeling kan dus een positief effect hebben op het toekomstig bruto bedrijfsresultaat, maar het kan ook zijn dat weersextremen dit positieve effect te niet doen.

De melkveehouderijsector zal wat moeten doen. Als de sector niets doet, zo schrijven de opstellers van het rapport, dan zal de vermindering van de emissie niet genoeg zijn. Het totale emissievolume is de afgelopen jaren zelfs toegenomen door de toename van de melkproductie.

Routekaart

In het rapport zijn diverse maatregelen beschreven om de emissie van broeikasgassen te verminderen en de klimaatbestendigheid van melkveebedrijven te verbeteren. De opstellers van het rapport hebben een routekaart ontwikkeld voor inpassing van mitigatie- en adaptatiemaatregelen op de korte (2030) en middellange (2050) termijn.

Op de korte termijn (2030) worden maatregelen ingezet die praktijkrijp zijn, geen of lage kosten hebben zoals reductie van methaan en lachgas via voer- of mestmanagement, of koolstofvastlegging in de bodem. Op middellange termijn (2050) worden maatregelen ingezet die op dit moment nog niet praktijkrijp of erg kostbaar zijn. Je kunt denken aan nieuwe technieken om de uitstoot van methaan en lachgas te verminderen of het fokken op dieren met minder methaangasemissie.

(Bron foto: Shutterstock)