Selecteren op melksamenstelling
De samenstelling van koemelk kan variëren per koe. Die samenstelling is voor een deel erfelijk bepaald. Zo ontdekte fokkerijhoogleraar Henk Bovenhuis in 1992 als promovendus dat sommige koeien melk met een lager gehalte van het eiwit beta-lactoglobuline. Met die melk kun je per liter meer kaas maken. Je kunt ook selecteren op het zinkgehalte. Zink is een belangrijke bouwstof, vooral voor jonge kinderen. Het zinkpercentage in de melk kan met een factor verschillen en die eigenschap is voor 40% genetisch bepaald. Zo kun je ook selecteren op magnesium, belangrijk voor sporters, of calcium, belangrijk voor ouderen.
Markt
Maar de introductie van die speciale melk blijkt lastig, schrijft Resource in het artikel 'De gespecialiseerde koe'. Met de introductie van kaasmelk is het niet gelukt. Een gescheiden melkstroom bleek lastig te realiseren. Ook de introductie in 2008 van melk met meer gezonde vetzuren, omega-3-vetzuren, is toen niet gelukt. Het bleek in de markt niet haalbaar. Toch denkt Bovenhuis dat het moet kunnen. Zo lukt het wel met de introductie van de A2A2-melk, melk waarvan beweerd wordt dat die gezonder zou zijn. In Australië heeft die melk een marktaandeel van zo'n 10%.
Speciale melk
Bovenhuis denkt dat de marktomstandigheden veranderd zijn. Er is een markt voor baby- en sportvoeding en daar kan de zuivelsector bij aansluiten, zegt hij. Hij ziet dat de combinatie van genetica en voeding veel mogelijkheden biedt voor speciale melk.
(Bron foto: Pixabay)