Slachting onder dolfijnen in Japan nog welzijnsonvriendelijker
Nieuwe methode dieronvriendelijker
Een onderzoeksteam onder leiding van de University of Bristol Veterinary School, analyseerde videobeelden die in 2011 door de Duitse dierenbeschermingsorganisatie AtlanticBlue in het geheim zijn gemaakt in de Taiji baai in Japan. Uit de beelden maken de onderzoekers op dat de dolfijnen nog veel langzamer en met meer pijn sterven dan voorheen, terwijl de Japanners juist claimen dat de nieuwe methode van slachten tot een snelle dood leidt. Sinds 2010 doden veel vissers de dolfijnen niet meer met speren en messen, maar door een ijzeren pin in hun ruggengraat te steken en een houten wig in de wond te slaan. Volgens de Japanners leidt de pin tot een snelle dood. Dit is volgens de onderzoekers onjuist: bij de nieuwe methode raken de dieren alleen verlamd, waardoor ze zich niet meer kunnen bewegen. De video's laten ook nog eens zien dat de dieren - half verlamd - aan hun staart door de baai worden gesleept. Hierdoor komen ze in ademnood of verdrinken zelfs.
The Cove
De jaarlijkse slacht van zo'n 22 duizend dolfijnen en andere zeezoogdieren voor de Japanse kust zorgt al jaren voor veel ophef, zeker sinds in 2009 de documentaire The Cove over de massaslachtingen een Oscar won. De film is een oproep om tot actie te komen om de massale slachting van dolfijnen een halt toe te roepen, de Japanse visserij te veranderen en het publiek te informeren over de risico's en het toenemende gevaar van kwikvergiftiging in dolfijnenvlees. De film wordt verteld vanuit het oogpunt van milieubeschermers en benadrukt het feit dat het aantal dolfijnen dat in Taiji gedood wordt groter is dan het aantal walvissen dat rond Antarctica gedood wordt. De migrerende dolfijnen worden bijeengedreven in de Taiji baai waar ze in netten worden gevangen en gedood volgens de 'oude methode' met speren en messen. De film stelt dat de dolfijnenjacht zoals die in Japan plaatsvindt onnodig en wreed is.
(Bron foto: The Cove)