Nieuws

Snelle verbetering biodiversiteit bij natuurinclusieve landbouw

Al na twee jaar zie je een verbetering van de biodiversiteit wanneer je op landbouwpercelen natuurinclusieve beheermaatregelen toepast. Door minder te mesten en een exentensiever gebruik van grond neemt het aantal regenwormen toe. Dat blijkt uit onderzoek van studenten van HAS Hogeschool.

Ecologische ontwikkelingen verlopen langzaam. Bij invoering van beheermaatregelen gericht op versterking van de biodiversiteit, onderzoek je normaal gesproken na een jaar of vijf wat het effect is, zegt Jiri van der Drift van het Groen Ontwikkelfonds Brabant in een artikel op NatureToday. Maar eigenlijk wilden we eerder weten of maatregelen effectief zouden zijn. Hij schakelde daarom studenten van HAS Hogeschool in die in het voorjaar van 2020 onderzoek uitvoerden op twee percelen in Noord Brabant.

Nulmeting

Het Groen Ontwikkelfonds Brabant stimuleert natuurontwikkeling in Brabant in samenwerking met agrarisch ondernemers. De twee onderzoekspercelen in Son&Breugel en Hilvarenbeek zijn in 2018 in gebruik genomen als percelen voor natuurinclusieve landbouw. Ze worden extensiever beheer en zo min mogelijk bemest. Om de ontwikkeling te volgen is in 2018 een nulmeting uitgevoerd. De drie studenten onderzochten in het voorjaar hoe de biodiversiteit zich ontwikkelde. Ze keken daarbij naar de ontwikkeling van de vegetatie, van regenwormen, dagvlinders, libellen, amfibieën en vogels.

De studenten ontdekten dat de totale biodiversiteit op alle onderzoekslocaties was toegenomen. Van verschillende soorten nam het aantal individuen toe, al verschilde het sterk per soortgroep. Duidelijk was dat het aantal regenwormen in 2020 op de percelen veel hoger was dan in 2018. 'Dat komt waarschijnlijk door het stoppen van het gebruik van kunstmest en het extensief gebruiken van de grond,' zegt student Amy Lauwers in het artikel.

Toename van soorten

Uit de resultaten blijkt dat de vegetatie diverser werd. Het aantal soorten nam toe met 23. En er werden 14 vogelsoorten meer gevonden. Het totaal aantal soorten dagvlinders en amfibieën is min of meer gelijk gebleven. De effecten van genomen maatregelen zijn voor deze soortgroepen nog volop in ontwikkeling, aldus de studenten.

De studenten sluiten het rapport af met de aanbeveling om over twee jaar de biodiversiteit nog een keer te monitoren. Dan heb je beter zicht op de effecten op de vogelpopulatie of andere soortgroepen.

(Bron foto: Michel Kleefman, fotowedstrijd Groen Kennisnet)