Steeds meer heggenvlechters
Heggen zorgden voor afscheiding van het land. Om te voorkomen dat dieren door de heg heen glipten, werden ze gevlochten. Zo kon je gaten dichten. De gevlochten heggen tref je op verschillende plaatsen in Nederland aan: langs de Maas, in Brabant, in het IJsseldal en de Achterhoek. Mooi Gelderland besteedt in een artikel ‘Lang leve de heg’ aandacht aan de Gelderse heggen. Vakblad Natuur Bos Landschap besteedde in 2010 in een artikel aandacht aan de Maasheggen. En over heggen in Brabant lees je in het rapport ‘Over heggen, heggenvlechten en de Rooise vlechtstijl’ uit 2008.
Vlechten
Heggen worden gevlochten om ze zo dichter te maken. De lange staken van een uitgegroeide meidoornheg worden omgebogen, nadat ze aan de onderkant schuin ingekapt zijn. Je vlecht die staken tot een stevig geheel. Soms worden er steunpaaltjes geplaatst. Na het vlechten lopen de struiken, meestal meidoorn, weer uit en vormt dan een zeer dichte heg.
Er zijn verschillende vlechtstijlen. In Engeland, waar ‘hedging’ nog veel wordt toegepast, zijn er 30 vlechtstijlen. In Nederland is de maasheggenstijl de bekendste. In het artikel ‘De techniek van het Maasheggenvlechten’ dat in 2010 in Vakblad Natuur Bos Landschap verscheen, kun je lezen wat die techniek inhoudt.
Leven
De heggen zijn waardevol omdat het in de heggen krioelt van het leven. Je vindt er muizen, egels, padden, vlinders, kevers, patrijzen en diverse vogelsoorten. In ruim 40 % van de heggen worden meerdere soorten struiken aangetroffen. Soms vind je er zelf tien of meer soorten struiken en meerjarig klimmers. Eenstijlige meidoorn is de meest voorkomende soort, daarnaast vind je er vaak hondsroos en gewone es.
De stichting ‘Heg en landschap’ organiseert cursussen en andere educatieve activiteiten. Zo is er een lespakket en zijn er zoekplaten.
(Bron foto: Flickr allispossible.org.uk )