Stofwisselingskenmerken als basis voor dieetadvies
Niet elk persoon is het zelfde. Ook de stofwisseling verschilt sterk per persoon. Om die stofwisselingskenmerken in kaart te brengen kun je metingen doen in het bloed. Zo kun je kijken naar de bloedsuikerspiegel, het lipidenprofiel of de vetopslag in en rondom bepaalde organen. De stofwisselingskenmerken worden voor een deel bepaald door genetische factoren en voor een deel door leefstijlfactoren.
Metabole fenotypering
Dr. Gijs Goossens van Universiteit Maastricht vindt dat we ons bij dieetadviezen meer moeten laten leiden door de metabole fenotypering van elk persoon. Als je alleen kijkt naar het gewicht of BMI, kun je immers niet goed afleiden hoe het staat met de gezondheid van een individu, zegt hij in het artikel 'De belofte van metabole fenotypering' in Voedingmagazine.
Voeding en beweging
Nu wordt vaak op basis van het uiterlijk ingeschat of personen gezondheidsrisico's lopen voor de ontwikkeling van bijvoorbeeld diabetes type 2. Zou je naar de stofwisseling kijken, dan zou je veel betere handvatten hebben. Het idee van Goossen is dat we in de toekomst, op basis van die gegevens en andere belangrijke factoren, denk aan leefstijl of lichamelijke activiteit, veel betere adviezen kunnen geven over voeding en beweging.
Insuline
Een van de aandachtspunten bij die metabole fenotypering is de insulinegevoeligheid. Insuline is het hormoon dat na het nuttigen van een maaltijd door de alvleesklier wordt gevormd. Dat hormoon speelt een belangrijk rol bij de regulering van de bloedsuikerspiegel. Bij mensen met overgewicht werkt die insuline vaak minder goed. Je spreekt dan van insulineresistentie. Goossens kijkt daarom hoe de bloedsuikerspiegel reageert op het toedienen van een infuus. En hij onderzoekt de insuline gevoeligheid van een orgaan.
Persoonlijk advies
Door een het metabool profiel van personen in kaart te brengen, zou je een veel specifieker advies kunnen geven. Zo zou voor de ene persoon een bepaalde samenstelling van macronutriënten en kwaliteit van voedingsvetten het meest effectief zijn, terwijl een andere voedingssamenstelling beter is voor de ander. Goossens vindt wel dat een voedingsadvisering op basis van metabole fenotypering in handen moet zijn van echte professionals en dat er een goede samenwerking moet zijn tussen bijvoorbeeld artsen en diëtisten. En je moet patiënten ook goed volgen zodat je zonodig het advies kunt bijstellen en ondersteuning kunt bieden.
(Bron foto: Thinkstock)