Striktere milieuregels Brabantse veehouderij slecht voor dierenwelzijn?
Het betreft een aanpassing van de Verordening ruimte en de Verordening natuurbescherming Noord-Brabant. Met de maatregelen wil de provincie Noord-Brabant sneller tot een zorgvuldige veehouderij komen met noodzakelijke aandacht voor de achteruitgang van de natuur en bedreiging van de volksgezondheid.
Nieuw mestbeleid
Uitgangspunt voor het nieuwe mestbeleid is het streven naar een gezonde bodem, schone stallen en een circulaire economie. Mest moet zo snel mogelijk stabiel worden gemaakt, voordat het wordt opgeslagen of aangewend. Dit moet de uitstoot van ammoniak en geur verminderen, minder gezondheidsrisico’s opleveren en het klimaat in de stallen gezonder maken voor dier en boer. Veehouders met verouderde stallen moeten er versneld voor zorgen dat deze worden gemoderniseerd. De Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij - een instrument dat is ontwikkeld om inzichtelijk te maken of, en in welke mate, veehouderijen zorgvuldig werken - is vereenvoudigd en de normscore gaat omhoog. Dat betekent dat bedrijven meer moeite zullen moeten doen om aan de BZV te kunnen voldoen.
In de veehouderij is veel verzet tegen de aanscherping van de milieuregels. Die vergen enorme investeringen en die zijn voor veel boeren niet op te brengen, volgens belangenorganisaties in de sector.
Staldering
Een systeem van ‘staldering’ in Oost- en Midden-Brabant moet een verdere belasting van gebieden met een hoge veedichtheid voorkomen en tegelijkertijd leegstand van stallen tegengaan. Een veehouder mag binnen ‘zijn’ gebied uitsluitend nieuwe dierenverblijven bouwen als hij binnen datzelfde gebied verouderde dierenverblijven die in gebruik zijn, sloopt. Voor iedere 10 m² nieuwe stal moet 11 m² bestaande stal gesloopt worden. Staldering geldt niet voor melkvee, schapen en nertsen.
Aandacht voor dierenwelzijn
De Dierenbescherming, voorstander het pakket van milieumaatregelen in Noord-Brabant, vindt dat er ook aandacht moet zijn voor verbetering van dierenwelzijn. De Dierenbescherming is bang dat het voor boeren moeilijk wordt om over te stappen op diervriendelijker veehouderij. Bij het Beter Leven keurmerk moeten de dieren bijvoorbeeld meer ruimte krijgen. Als een veehouder dat zou willen, dan moet hij straks stalruimte volgens de stalderingsregeling afkopen of minder dieren gaan houden. Het gesloten maken van stallen botst met een diervriendelijke houderij zoals het aanbieden van daglicht, lucht, ruimte en uitloop naar buiten. En luchtwassers maken weliswaar de lucht die uit de stal komt schoner, maar in de stal zelf heerst dan nog steeds een ongezond klimaat voor mens en dier.
Geitenhouderij op slot
Een opvallende maatregel is het per direct op slot zetten van de geitenhouderij. Tot 2020 mogen er geen dieren meer bijkomen in de provincie. De provincie wil in de tussentijd goed in kaart brengen wat de gezondheidsrisico’s van deze sector zijn. Uit onderzoek is herhaaldelijk gebleken dat er rondom pluimvee- en geitenbedrijven mensen een grotere kans op een longontsteking hebben. De oorzaak in de omgeving van pluimvee lijkt de verhoogde blootstelling aan fijn stof en endotoxinen. Wat de oorzaak van de extra longontstekingen rondom geitenbedrijven is, is onduidelijk. Een verband met Q-koorts is er niet. De mensen met longontsteking hadden niet vaker antistoffen tegen Q-koorts dan de mensen zonder longontsteking. Het zouden specifieke ziekteverwekkers afkomstig van geiten kunnen zijn, maar ook micro organismen uit de mest zouden een rol kunnen spelen. Ook kan het zijn dat mensen gevoeliger zijn voor longontsteking door de blootstelling van fijn stof en endotoxinen uit de geitenhouderij.
(Bron foto: Shutterstock)