Teelt van sorghum en gierst
Gierst en sorghum behoren tot de oudste gewassen die door de mens worden geteeld. In het artikel ‘De mogelijkheden van Sorghum en gierst’ uit Management en Techniek, worden de voor- en nadelen van de teelt van beide belicht. De conclusie is dat het voldoende potentieel heeft om eens uit te proberen.
Sorghum
Het graangewas sorghum is in grote delen van de wereld een van de belangrijkste voedingsgranen. Wereldwijd staat het zelfs op de vijfde plaats, na tarwe, maïs, rijst en gerst. Doordat dit gewas uit Afrika komt is de gevoeligheid voor koude een belangrijk nadeel als men het hier wil telen. Dat geldt overigens ook voor maïs, dat ermee verwant is. Bij sorghum is er echter nog enorm veel genetische diversiteit. Daardoor zal men de koudegevoeligheid er waarschijnlijk wel kunnen uitselecteren, stellen de schrijvers van het artikel.
Volgteelt
Het interessante aan sorghum is dat het een relatief korte groeicyclus heeft en zeer droogteresistent is. Het gewas kan daarom in een aantal gevallen worden gebruikt als volgteelt na een vroeg gewas. Een interessante bijkomstigheid is dat sorghum qua teelt en oogst vergelijkbaar is met maïs, waardoor er geen speciale machines nodig zijn. Omdat het gemakkelijk in te kuilen is, kan sorghum ook zonder problemen bewaard worden.
Gierst
Heel wat van de gewassen die gierst genoemd worden zijn al duizenden jaren in gebruik voor de menselijke voeding of voor veevoeding. Een korte groeiperiode en een goede droogtetolerantie maken gierst, net als sorghum, ook een interessante mogelijkheid als tweede teelt. Men kan het gewas volgens het artikel ook zaaien wanneer een andere teelt mislukt is. Gierst kan groen geoogst worden om in te kuilen (soms zelfs meerdere sneden) of voor het graan.
Conclusie
Sorghum en gierst kunnen volgens het artikel een interessante afwisseling bieden voor landbouwers die eens iets anders willen zaaien dan maïs of die dit door omstandigheden verplicht zijn. Alhoewel er nog heel wat onderzoek nodig is om deze teelt als een vast onderdeel op te nemen in teeltschema’s, zit er volgens hen voldoende potentieel in om het eens uit te proberen. Wel moet er nog onderzoek en zaadveredeling plaatsvinden om meer variëteiten te ontwikkelen die het in onze streken goed doen. Daarnaast moet een oplossing komen voor de erkenning van middelen voor gewasbescherming en onkruidbestrijding.
(Bron foto: Pixabay)