Trage vergroening gewasbescherming

Groene middelen, middelen op basis van micro-organismen of plantextracten, nemen geleidijk het stokje over van chemische bestrijdingsmiddelen. Dat is mooi en zeer wenselijk, zegt Helma Verberkt van LTO Glaskracht in in vakblad 'Onder Glas', maar het tempo waarin dat gebeurt, zou hoger mogen en moeten liggen. Ze maakt in het artikel 'Procedures drukken tempo van vergroening gewasbescherming' duidelijk waarom dit te langzaam is.

Toelatingsprocedure

Op dit moment worden er meer toelatingen van chemische middelen ingetrokken dan dat er toelatingen van nieuwe groene middelen bijkomen. De toelatingsprocedures zijn complexe, tijdrovende en daardoor kostbaar, stelt Verberkt. De lat voor toelating licht erg hoog. Middelen die niet volledig doden, maar 25% doding geven, kunnen in een geïntegreerde aanpak ook al effectief zijn, zo legt ze uit.

Roland de Bruyne van Koppert Biologiscal System, een leverancier van biologische middelen, merkt dat de toelating van gewasbeschermingsmiddelen van natuurlijke oorsprong (gno) in Europa moeizamer verloopt dat elders. Zo zijn er in de Verenigde Staten een paar honderd groene middelen op de markt. In Nederland zijn er niet meer dan enkele tientallen. Hij vindt de toelatingsprocedure te complex. Het zou flexibeler moeten.

Natuurlijke gewasbescherming

In het artikel worden verschillende bestrijdingsmiddelenfabrikanten genoemd die zich nu ook toeleggen op de productie van gno's. Er zijn diverse voorbeelden van werkzame gno's zoals Asperello, een stam van de Trichoderma-schimmel die Pythium en Fusarium bestrijdt, of Nemasys dat het aaltje Steinernema feltiae bevat. Dat is een insectenparasitair aaltje dat je in kunt zetten tegen insecten als trips of sciara. Verberkt verwacht dat de Europese politiek het toelatingsbeleid voor de gno's anders zal inrichten. De Nederlandse overheid maakt zich daar ook sterk voor.

Biotech

Ook biotech kan bij de vergroening van gewasbescherming een rol spelen, schrijft het vakblad. In het artikel wrodt RNA interference (RNAi) genoemd als voorbeeld van nieuwe en schone gewasbeschermingstechnologie. In die technologie worden specifieke stukjes biologisch materiaal over een gewas gesproten die pas werkzaam zijn na opname door een te bestrijden parasiet. Het materiaal verstoort de aanmaak van een essentieel eiwit. Het plaagorganisme kan dan niet meer functioneren en gaat dood. de verwachting is dat deze technologie over ene jaar of vijf beschikbaar komt in de Verenigde Staten, daarna in Nederland.

(Bron foto: Thinkstock)