Uitleg regels voor het gebruik van genetisch materiaal
Rechten op genetische bronnen
Tot begin 90er jaren kon iedereen, zonder enige verplichtingen, genetisch materiaal in het wild verzamelen of uit collecties opvragen voor onderzoek of veredeling. Genetische bronnen van plantaardige, dierlijke, microbiële of andere oorsprong, werden beschouwd als publiek eigendom. Dit is echter veranderd toen landen zich realiseerden dat genetische bronnen een (mogelijke) waarde vertegenwoordigen, mede door de opkomst van Intellectuele Eigendomsrechten. Om meer rechten op genetische bronnen te doen gelden werd het concept ‘Access and Benefit Sharing’ in het leven geroepen.
Access and Benefit Sharing (ABS)
ABS geeft regels voor• het verkrijgen van toegang tot genetische bronnen èn
• het verdelen van de voordelen die uit het gebruik van genetische bronnen voortkomen
Deze regels komen uit drie internationale overeenkomsten:
• de Convention on Biological Diversity, CBD (1993)
• het Nagoya Protocol (2010), als aanvullende overeenkomst op de CBD
• de International Treaty on Plant Genetic Resources for Food and Agriculture, ITPGRFA (2004)
Het Nationaal Contactpunt
Het Nationaal Contactpunt voor ‘Access and Benefit Sharing’ bestaat uit vertegenwoordigers van het Ministerie van Economische Zaken en het Centrum voor Genetische Bronnen Nederland (CGN). Het contactpunt geeft informatie over de meest recente ontwikkelingen op het gebied van ABS.
Daarnaast heeft het Contactpunt een folder uitgegeven met achtergrondinformatie over de geldende internationale overeenkomsten, met uitleg van bepaalde termen en belangrijke aanwijzingen wat je moet doen om genetisch materiaal te verkrijgen.
Nagoya Protocol en toepassing in de EU
Vanaf 12 oktober 2014 is het Nagoya Protocol van kracht, dat aangeeft dat de voordelen van het gebruik van genetische bronnen eerlijk verdeeld moeten worden. De EU heeft vastgesteld hoe dit gerealiseerd wordt voor alle gebruik van genetische bronnen in de EU (EU Verordening 511/2014). Een uitzondering wordt gemaakt voor het gebruik van plantaardig materiaal dat al onder de ITPGRFA is geregeld. Deze uitzondering geldt voor een groot deel van genetische bronnen afkomstig van genenbanken.
De EU heeft bepaald dat vanaf 12 oktober 2015 gebruikers verplicht zijn om te laten zien dat ze hun uiterste best hebben gedaan om de genetische bronnen op een wettelijk juiste manier te verkrijgen. Gebruikers moeten o.a. toestemming vragen aan de autoriteiten in het land waar de genetische bronnen vandaan komen en alle documentatie hierover bewaren en doorgeven. Omdat dit teveel zou vergen om dit voor elk gebruik te regelen kunnen groepen gebruikers een erkenning als ‘beste praktijk’ aanvragen bij de Europese Commissie.
(Bron foto: CGN)