Nieuws

Uitstoot stikstof en fosfaat uit dierlijke mest daalt, maar niet genoeg

Mestbeleid - Ehrecke via Pixabay
Bron foto: Ehrecke (Vrij voor commercieel gebruik Geen attributie noodzakelijk)
Samenvatting
  • Onderwerp
    Stikstof- en fosfaatuitstoot
  • Interessant voor
    Veehouders
Bekijk de bronnen
De ingezette daling van de stikstof- en fosfaatexcretie van de Nederlandse veestapel zette ook in 2021 en 2022 door. Dit kwam door verkleining van de veestapel, maar ook door het verlagen van de hoeveelheid ruw eiwit in het rantsoen van melkkoeien. Helaas moeten boeren door de derogatiebeschikking van de EU nog een tandje bijschakelen.

Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) publiceert ieder jaar en ieder kwartaal een rapportage over de stikstof- en fosfaatexcretie via dierlijke mest. Het CBS doet dit in opdracht van het ministerie van LNV. De jaarrapportage van 2021 laat in een tabel zien dat de uitstoot van stikstof en fosfaat via dierlijke mest al dertig jaar daalt, al gaat de daling de laatste tien jaar niet meer zo snel.

Stikstofuitstoot

De stikstofuitstoot via dierlijke mest daalde in 2021 met bijna 18,5 miljoen kg in vergelijking met 2020. Deze daling zet door in het derde kwartaal van 2022 toen de uitstoot nog weer eens 9 miljoen kg daalde maar stijgt in het vierde kwartaal weer naar het niveau van 2021. Zowel in 2021 als in 2022 blijft de veehouderij daarmee onder het voor dat jaar geldende productieplafond van de Europese Commissie.

Grootste daling in melkveehouderij

De grootste daling in de stikstofuitstoot komt voor rekening van de melkveehouderij. Daar daalde de stikstofuitstoot in 2021 met 4,7% ten opzichte van het jaar daarvoor. Ook in 2022 daalt de excretie van stikstof in de melkveehouderij: in het derde kwartaal ligt dit 2,8% lager dan in het eerste kwartaal. De verlaging in 2021 komt vooral doordat er ruim 20.000 melkkoeien minder waren. Daarnaast daalde het stikstofgehalte in graskuil. De melkveehouderij blijft zowel in 2021 als in de eerste drie kwartalen van 2022 onder het sectorplafond van de Europese Commissie.

In andere sectoren binnen de veehouderij blijft de stikstofuitstoot gelijk of stijgt hij licht. In de vleesector (zonder vleeskalveren) en bij kippen is een lichte stijging te zien, in de overige sectoren blijft de uitstoot nagenoeg gelijk.

Fosfaat

De fosfaatexcretie in dierlijke mest is in 2021 de hele veehouderijsector gedaald met 1,5% en blijft daarmee ruim 14% onder het productieplafond. In 2022 zet deze daling door, maar stijgt toch weer licht in het vierde kwartaal.

In de varkenshouderij is het effect van inkrimping van de varkensstapel duidelijk zichtbaar. Door opkoop binnen de Subsidieregeling sanering varkenshouderij zijn er minder varkens. Daardoor neemt defosfaatexcretie in de varkenshouderij het laatste kwartaal van 2021 naar 34,5 miljoen kilogram en daalt in het derde kwartaal van 2022 naar 33,9 miljoen kg. Dat is ruim onder het Europese sectorplafond.

Derogatiebeschikking EU

Inmiddels heeft de derogatiebeschikking van de EU roet in het eten gegooid. De voordeelpositie voor Nederland, waardoor ons land meer stikstof via dierlijke mest mocht uitstoten, komt daarmee in stappen te vervallen. Het productieplafond voor 2023 is nu gesteld op de uitstoot die in 2020 is gemeten, dus 489,4 miljoen kg stikstof in plaats van 504 miljoen kg. Voor fosfaat is het plafond nu 150 miljoen kilo in plaats van 174 miljoen kg. In 2025 moeten de productieplafonds nog weer 10% lager zijn ten opzichte van 2020, naar 440 miljoen kilo stikstof en 135 miljoen kilo fosfaat. Dat betekent dat de rooskleurige cijfers ineens omslaan in een extra uitdaging voor de komende jaren.