Valkerij zonder torenvalk
Valkeniers mogen in Nederland een paar inheemse roofvogels gebruiken om andere dieren te verjagen: havik (Accipiter gentilis), slechtvalk (Falco peregrinus) en de woestijnbuizerd (Parabuteo unicinctus). Omdat de valkenier van Rotterdam Airport ook de torenvalk (Falco tinnunculus) in wilde zetten als jachtvogel, heeft het ministerie van EZ, na kamervragen, advies gevraagd aan onderzoekers van Wageningen Environmental Research (Alterra). De notitie 'Uitbreiding mogelijkheden voor valkerij onder de Nieuwe Natuurbeschermingswet' zet de mogelijkheden op een rij.
Hybridisatie
De torenvalk is een inheemse soort. De soort komt in een groot deel van Europa voor en kent veel ondersoorten. Zou je ondersoorten van elders hier naar toe halen, dan bestaat er gevaar van hybridisatie. De genetische samenstelling van de van nature in Nederland voorkomende soorten zou sterk veranderen, schrijven de opstellers van het rapport. Daarnaast zijn er zijn meer risico's aan de inzet van torenvalk als jachtvogel, zoals het risico op illegale wildvang.
Wildvang
Wildvang van roofvogels voor de handel is een probleem. Ervaringen in Europa laten zien dat uitbreiding van de lijst met toegestane jachtvogels bijdraagt aan een sterkere vraag naar roofvogels. Bovendien levert de torenvalk maar beperkte voordelen op. Torenvalken hebben muizen en kleine zangvogels als prooi. De andere toegestane vogels, zoals de veel grotere slechtvalk, kan grotere vogels als eenden en ganzen verjagen.
Natuurbeschermingswet
Staatssecretaris Martijn van Dam vindt de nadelen groter dan de voordelen, schrijft hij in een kamerbrief van 21 oktober. Hij wil de torenvalk daarom in de nieuwe Natuurbeschermingswet, die vanaf januari 2017 van kracht is, niet toevoegen aan de lijst van jachtvogels die gebruikt mogen worden bij schadebestrijding.
(Bron foto: Pixabay)