Varkenshouderij en aquacultuur als leverancier voor glastuinbouw
Onderwerp
circulaire glastuinbouw, kringlooplandbouw, reststromen, meststoffen, CO2, watergebruik
Interessant voor
glastuinders
De onderzoekers focussen op de potentie van de volgende cross-overs:
Glastuinbouw en varkenshouderij, met de verkenning van twee mogelijkheden:
Varkensmest als bron van meststoffen voor de glastuinbouw;
Koolstof uit varkensmest als grondstof voor CO2 voor de glastuinbouw.
Glastuinbouw en aquacultuur, met de verkenning van drie opties:
Efficiënter watergebruik door een gedeelde infrastructuur;
Meststoffen voor de glastuinbouw uit slib en afvoerwater van de aquacultuur;
CO2 uit de aquacultuur naar de glastuinbouw.
Daarnaast zijn er mogelijkheden onderzocht van samenwerkingen tussen glastuinbouw en paddenstoelenteelt. Ammoniak uit champignoncompost kan dienen als grondstof voor nitraat voor glastuinbouw. Daarnaast kan afgevoerde CO2 uit de paddenstoelenteelt voorzien in de CO2-behoefte van de glastuinbouw. Andersom biedt de reststroom van blad en stengels uit de glastuinbouw mogelijkheden als substraat voor de paddenstoelenteelt.
Meststoffen uit varkensmest
Met innovaties in de stal kan de varkenshouderij een toeleverancier van meststoffen worden voor de glastuinbouw. Dit biedt beide sectoren voordelen. De glastuinbouw wordt minder afhankelijk van kunstmeststoffen die in een fossiel proces worden geproduceerd. Tegelijkertijd daalt voor de varkenshouder de kosten voor mestafvoer.
In de praktijk draait er al een systeem om meststoffen uit dierlijke mest te halen voor de glastuinbouw. Vakblad Onder Glas schreef dit artikel over Van Iperen International dat de GreenSwitch hiervoor ontwikkelde. Marc van Oers van Van Iperen legt uit: “Het is een methode waarmee we in een aantal innovatieve processtappen ammoniumstikstof uit mest kunnen strippen en omzetten naar een hoogwaardige vloeibare nitraatmeststof van organische oorsprong.”
Veelbelovend met aandachtspunten
Met rekenvoorbeelden laat het rapport zien dat de Nederlandse varkenshouderij de gehele Nederlandse glastuinbouw kan voorzien van de meststoffen N, P en K. Maar er zijn nog aandachtspunten:
- De glastuinbouw heeft behoefte aan minimaal 12 verschillende nutriënten, niet alleen aan N, P en K.
- De verhouding tussen N, P en K in het digestaat zorgt er op dit moment voor dat glastuinders niet gericht nutriënten kunnen toevoegen die passen bij de behoefte van de plant.
- De meststoffen mogen weinig tot geen natrium bevatten.
- Een hoog gehalte aan koolstof in de mest kan zorgen voor een biofilm in het irrigatiesysteem van de kas, met verstopping als gevolg.
- Eventuele ziekteverwekkers in de dierlijke mest zijn niet welkom in de glastuinbouw.
- Logistiek: glastuinbouwbedrijven en varkenshouderijbedrijven zitten nauwelijks bij elkaar in de buurt. Een centraal mestverwerkingspunt bij kassen kan bijdragen aan een oplossing voor deze logistieke puzzel.
CO2 uit varkensmest
De onderzoekers hebben ook gekeken naar de optie om CO2 uit biovergisters te gebruiken in kassen. Ze laten met een rekenvoorbeeld zien dat 250.000 ton varkensmest genoeg CO2 kan leveren voor 37 hectare tomatenkas, waarbij is gerekend met CO2-behoefte van 35 kilogram per m2. Die 37 ha is weinig, maar deze optie kan interessant zijn voor een glastuinbouwbedrijf dat niet in de buurt ligt van infrastructuur voor CO2.
Aandachtspunt bij deze cross-over is het verschil tussen jaarrond aanbod van varkensmest en de schommelende vraag in de glastuinbouw.
Aquaponics
Een andere mogelijke cross-over voor de glastuinbouwsector is die met de aquacultuur. Zowel in de glastuinbouw als de aquacultuur wordt zo efficiënt mogelijk omgegaan met water, maar is de waterkringloop niet gesloten. Aquaponics is een innovatief productiesysteem dat de sluiting van de waterkringloop wel mogelijk maakt. Aquaponics bestaat uit twee deelsystemen. In de glastuinbouw is dat een hydroponic teeltsysteem, waarbij het gewas op water staat. In de aquacultuur is dat een RAS-visteeltsysteem (Recirculerend Aquacultuur Systeem).
Watersamenwerking bij tomaten en baars
Een tomatenteler en een baarskweker, buren in het Belgische Deinze, werken sinds vijf jaar nauw samen rondom watergebruik. De viskwekerij voert het voedselrijke water van de vissen af naar de naastgelegen tomatenkweker, die het na filtering gebruikt als voedingswater. In de tomatenkas van 10,5 ha wordt zo een besparing van bijna 15% op meststoffen gerealiseerd.
Daarnaast gebruikt de viskwekerij regenwater in hun bassins, afkomstig van het kasdek van de tomatenkwekerij. Daarmee is het waterverbruik van de viskwekerij tot nul teruggebracht. Bovendien wordt er geen water meer geloosd op het oppervlaktewater of riool.
Waterkwaliteit
Samenwerking tussen glastuinbouw en aquacultuur rondom water vereist stevige alertheid op de waterkwaliteit. Het water afkomstig uit de visteelt moet mogelijk nog voorbehandeld worden. Dan gaat het om filteren, beluchten en eventueel ontsmetten. Ook kan het nodig zijn om meststoffen die te weinig aanwezig zijn toe te voegen. Daarnaast kan de viskweker kiezen voor natrium-arm visvoer, om zo het natriumgehalte van het water voor de glastuinbouw zo laag mogelijk te houden.
Andersom moet regenwater dat de visteelt gebruikt en afkomstig is van het kasdek of bassin ontsmet kunnen worden. Vervuilingen, zoals ontlasting van vogels of algengroei in het bassin, moeten verwijderd worden.
Meststoffen voor de glastuinbouw uit de aquacultuur
Het rapport laat de mogelijkheden zien van een nutriëntenkringloop tussen aquacultuur en glastuinbouw. Het afvoerwater en slib uit de visteelt is rijk aan nutriënten en kan dienen als grondstof voor meststoffen in de glastuinbouw. Dit biedt de glastuinbouwsector een kostenbesparing, naast afname van het gebruik van fossiele brandstoffen voor de productie van meststoffen. De aquacultuur heeft geen kosten meer voor de afvoer van water en slib.
Wateranalyse nodig
Bij het gebruik van afvoerwater en slib als leverancier van meststoffen voor de glastuinbouw is het belangrijk om het nutriëntenprofiel vast te stellen. Daarom zal het afvoerwater regelmatig geanalyseerd moeten worden. Het rapport beschrijft dat er diverse mogelijkheden zijn voor de viskweker om de nutriëntensamenstelling van het water te beïnvloeden, zoals bijvoorbeeld natriumarm vissenvoer.
CO2 uit aquacultuur voor de glastuinbouw
Een andere samenwerking tussen aquacultuur en glastuinbouw is rond CO2. Bij de productie van vis in een RAS (Recirculerend Aquacultuur Systeem) komt CO2 vrij, dat via ventilatie wordt afgeblazen naar de buitenlucht. De glastuinbouw gebruikt CO2 in de lucht waardoor de gewasproductie aanzienlijk toeneemt. Met een rekenvoorbeeld laten de onderzoekers zien wat de mogelijkheden kunnen zijn van een samenwerking tussen een tomatenteler met 4 ha onbelichte tomatenteelt en een tilapiakweker met een productie van 142 ton vis per jaar. Een dergelijke samenwerking levert de tomatenteler een besparing van 9% op voor CO2. Daarnaast daalt door deze samenwerking de uitstoot van fossiele brandstoffen door de glastuinbouwsector, omdat deze minder gebruikt worden voor de productie van CO2.
Aandachtspunten
Er zijn twee aandachtspunten bij deze innovatie. Allereerst is vraag en aanbod niet op elkaar afgestemd. Zo is er ’s nachts geen behoefte aan CO2 in de glastuinbouw en is de vraag in de zomer het hoogst. Een viskwekerij produceert jaarrond vrijwel continu dezelfde hoeveelheid CO2. Daarnaast kan het hoge vochtgehalte in de CO2-rijke lucht uit een viskwekerij het risico op schimmels en plantziekten in de glastuinbouw vergroten. Een samenwerking als deze vereist daarom grote oplettendheid in de glastuinbouw bij het ventileren. Ontvochtigen van de lucht afkomstig uit de aquacultuur is ook mogelijk, hiervoor zijn al technieken beschikbaar.