Veehouders enthousiast over kengetal ‘grasopname’
In 2019 is op vijf melkveebedrijven een praktijktoets gestart om dagelijks de grasopname van koeien te kunnen schatten. De deelnemers konden dagelijks een schatting van de grasopname en het graasgedrag inzien. Het doel hiervan was om in de praktijk te toetsen of de daarvoor dagelijkse datastroom kon worden gegenereerd vanuit diverse digitale bronnen, zoals sensoren en koe-gegevens uit managementsystemen. De volgende stap was om deze te koppelen en uit deze gegevens een dagelijkse grasopname op koppelniveau te berekenen. Deze informatie wordt vervolgens online teruggekoppeld aan de deelnemende veehouder.
Betrouwbaarheid cijfer in de praktijk
Naast het toetsen van de technische mogelijkheden was het tweede speerpunt in de pilot het toetsen van het grasopname cijfer bij deze deelnemers zelf. Hoe betrouwbaar is het cijfer en hoe is dit kengetal in te passen binnen de bedrijfsvoering, kijkend naar gebruiksgemak en beschikbaarheid. Op vijf praktijkbedrijven is dagelijks de grasopname berekend en teruggekoppeld naar de veehouder. Bij drie bedrijven werd gemolken in een traditionele melkstal en twee bedrijven maakten gebruik van een automatisch melksysteem (AMS). Bedrijven met een melkstal hadden alle data bij één leverancier (Nedap), dat het verzamelen, berekenen en terugkoppelen relatief gemakkelijk maakte. Nedap had speciaal voor de deelnemers een platform (internet site) ontwikkeld, waarop de deelnemers konden inloggen en de dagelijkse grasopname konden inzien. Bij de bedrijven met AMS kostte het Wageningen Livestock Research meer moeite om de datastromen te koppelen (meer dataleveranciers).
Deelnemers enthousiast
Alle deelnemers waren erg tevreden over het nieuwe kengetal ‘Grasopname' en zien zeker meerwaarde voor het toepassen van dit getal binnen hun bedrijfsvoering. De deelnemers waren zich meer bewust van het graslandgebruik en de plaats van vers gras in het totale rantsoen. Het model kent nog wel wat verbeterpunten, zoals de manier van beschikbaar komen en het moment waarop de veehouder het cijfer kan raadplegen. Zo wensen de deelnemers het resultaat al in te zien op het moment dat zij het (ruw)voer klaarzetten of afwegen dat zij aan hun dieren in de stal willen verstrekken. Een verdere doorontwikkeling van dit kengetal en de technische toepassing is dan ook wenselijk.