Veel aandacht voor samenstelling en verteerbaarheid huisdiervoeding

In dit kader verscheen er onlangs ook een afstudeerscriptie van Jorinde Logtenberg, student aan de Aeres Hogeschool. Zij onderzocht of in Nederland verkrijgbare konijnenvoeders voldoen aan de optimale, natuurlijke voedingsbehoefte van het konijn. Wageningen University & Research (WUR) wil onderzoeken hoe de verteerbaarheid van hondenvoer getest kan worden in een thuissituatie, en zoekt enthousiaste hondeneigenaren die willen helpen bij het uitvoeren van het onderzoek.

Definitie en duiding koolhydraten

In de Europese studie hebben de wetenschappers binnen de Scientific Advisory Board van FEDIAF (Europese brancheorganisatie in de diervoederindustrie) gediscussieerd over de definitie, structuur en analytische, functionele en nutritionele classificatie van koolhydraten. Dit heeft geresulteerd in een expertbeoordeling met nieuwe expertise over koolhydraten. Een deel valt onder de ‘suikers’, maar ook een deel onder ‘polysachariden’, waaronder ook zetmeel valt. Mensen spreken ten onrechte vaak over koolhydraten, terwijl ze eigenlijk zetmeel bedoelen. Opgemerkt werd dat veel voerverpakkingen nog steeds wat vage aanduidingen zoals ‘ruwe celstof’ gebruiken, maar dat fabrikanten met de huidige nauwkeurige meetmethoden veel preciezer kunnen aangegeven wat er in diervoeding zit.

Nut en de voedingswaarde zetmeel

Vervolgens is gekeken naar de verteerbaarheid en bruikbaarheid van zetmeel door dieren. Er zijn vele soorten zetmeel. De wetenschappers kwamen tot de conclusie dat veel zetmeel, mits op de juiste manier in de fabriek bewerkt, prima door dieren te verteren is. Ook de niet-verteerbare zetmelen kunnen nog steeds gezondheidsvoordelen voor honden en katten hebben. Niet in voedingswaarde, maar bijvoorbeeld doordat ze prebiotische effecten kunnen hebben, ontlasten makkelijker kunnen maken en de structuur van de ontlasting kunnen verbeteren. Ook kunnen niet-verteerbare zetmelen zorgen voor een voller gevoel, waardoor ze in dieetvoeding nuttig kunnen zijn. Koolhydraatarm voer bevat relatief meer vet en/of eiwit. Het risico op overgewicht is bij voer dat veel vet bevat groter. Het dier zal ook minder snel een verzadigd gevoel krijgen. De rol en effecten van koolhydraten in diervoeding zijn dus minder zwart-wit dan vaak wordt aangenomen.

Voldoen konijnenvoeders?

De resultaten van het afstudeeronderzoek naar de geschiktheid van de konijnenvoeders voor konijnen gehouden als huisdier geven aan dat het aanbod konijnenvoeders onvoldoende aansluit op de nutritionele behoeften van een konijn. De fysiologie van een konijn is erop gebouwd om voedingsarme planten efficiënt om te zetten naar energie. Huidige konijnenvoeders bevatten onvoldoende ruwe celstof en een overmaat aan zetmeel welke beiden obesitas bevorderen, zeker wanneer de eigenaar overvoert. Met name de verpakkingsinformatie is niet voldoende. Eigenaren lezen niet de aanbeveling dat konijnenvoeding aanvullend is en soms zelfs niet dat hooi (of ander grasproduct) het hoofdbestanddeel van het rantsoen moet vormen. Daarnaast is het voedingsadvies te hoog of claimt de producent dat het voer onbeperkt gegeven mag worden.

Meedoen aan verteringsstudie?

Wageningen University & Research (WUR) zoekt hondeneigenaren die mee willen doen aan een verteringsstudie. Van de deelnemers wordt verwacht van tevoren een korte online enquête in te vullen waarin informatie wordt gegeven over de hond en de omgeving waarin de hond is gehuisvest. Na selectie wordt het onderzoek opgestart en krijgt de hond enkele weken specifieke voeding, op basis van voeding die ook in de winkel verkrijgbaar zijn. De ontlasting wordt door de eigenaar beoordeeld en verzameld. Heb je een hond en lijkt het je interessant om mee te doen aan dit onderzoek? Vul dan deze vragenlijst in. Het invullen van de vragenlijst zal ongeveer 5-10 minuten in beslag nemen.

(Bron foto: Golden Retrievers eating_Max Pixel)