Nieuws

Veelzijdige meidoorn

Naast de vier inheemse meidoornsoorten zijn er nog honderden soorten van het geslacht Crataegus. De meidoorn is verrassend veelzijdig. Vakblad Boomzorg besteedt uitvoerig aandacht aan dit geslacht.

De meidoorn, of Crataegus, behoort tot de rozenfamilie of Rosaceae. Het geslacht is veelzijdiger dan je zou denken. Er zijn honderden soorten bekend. Het merendeel van die soorten, 90%, is struikvormig. Een klein aantal soorten vormt een stam. Bomenexpert Jan Mauritz beperkt zich in zijn uitvoerig overzicht over dit geslacht tot de soorten die op hoogstam gekweekt worden. Dat overzicht plaatste vakblad Boomzorg in twee artikelen.

Gebruikswaarde

De Latijnse naam van de meidoorn, Crataegus, zou zijn afgeleid van het Griekse krata (kop) en aix (geit). Samengevoegd wordt dat ‘geitenkop’. De naam zou slaan op het harde hout van de meidoorn. Dat hout, dat een oranje kleur heeft, is bijzonder geschikt voor houtsnijwerk, aldus Maurits. Daarnaast kun je meer delen van de meidoorn gebruiken. Blaadjes en bloemknoppen kun je in gerechten verwerken of je kunt er thee van maken. De bessen hebben niet alleen een medicinale werking maar zijn ook smakelijk. Je kunt ze verwerken in jam, gelei en vruchtensappen.

Inheems

Van de honderden soorten Crataegus komen in Nederland van nature vier soorten voor: de eenstijlige meidoorn (Crataegus monogyna), de tweestijlige meidoorn (Crataegus laevigata), de bastaard van die twee (Crataegus x media) en de vierde soort de koraalmeidoorn (Crataegus rhipidophylla). De laatste is een zeldzame soort die alleen voorkomt in het oostelijk rivierengebied.

Meidoorns zijn over het algemeen bladverliezende struiken of kleine bomen die bewapend zijn met doorns op de takken. In Nederland worden meidoorns vaak benut als heg, onder andere in de maasheggen. Hoewel de soort een schitterende bloemenzee en een enorme pracht van vruchten draagt waarmee nuttige insecten en vogels zich kunnen voeden, is het jammer dat de soort vatbaar is voor diverse insecten, schimmels en het dodelijke bacterievuur, aldus Mauritz.

Cultivars

In de artikelen bespreekt hij verschillende soorten zoals Crataegus macracantha, C. coccinea, C. chlorosarca en C flabellata. Ook de inheemse tweestijlige (C. laevigata) en eenstijlige meidoorn (C. monogyna) worden uitvoerig besproken. Mauritz legt uit wat de verschillen zijn tussen beide soorten en bespreekt in het eerste artikel enkele culitvars zoals Crataegus laevigata 'Plena', Crataegus laevigata ‘Mutabilis’. Cratageus monogyna krijgt volop aandacht in het tweede artikel waarin verschillende ondersoorten en cultivars worden besproken.

Voor wie nog meer wil weten over de verschillende meidoornsoorten in Nederland: meer dan 40 jaar geleden heeft het Nederlands bosbouwtijdschrift de verschillende soorten besproken in het overzichtsartikel 'Het geslacht Crataegus L. in Nederland'.

(Bron foto: Pixabay)