Veevoer beïnvloedt kaassmaak
Te natte graskuilen, of kuilen die niet goed afgedekt zijn, kunnen besmet zijn met boterzuurbacteriën. Voer je het gras uit die kuil aan koeien, dan kan dat de smaak van melk en kaas negatief beïnvloeden. De sporen van de boterzuurbacteriën overleven pasteurisatie. Kaasfabrieken hebben recent veel problemen ondervonden van die boterzuursporen, schrijft de Zelfkazer in een artikel over 'De invloed van voer'. Daarom moet je koeien kuilgras van goede kwaliteit voeren. Bij inkuilen moet het gras een drogestofgehalte van minimaal 40% hebben. Je moet de kuil goed aanrijden en snel afdekken.
Vetzuren
Er zijn meer factoren die de smaak van kaas kunnen beïnvloeden. De vetzuursamenstelling van melk speelt een belangrijke rol. Onverzadigde vetzuren in de melk zorgen voor een zachtere kaas, terwijl kortketenige verzadigde vetzuren zorgen voor een hardere kaas. De samenstelling van die vetzuren wordt beïnvloed door het voer. Zo zorgt veel gras voor onverzadigde vetzuren, terwijl snijmaïs of grof en oud kuilgras voor meer kortketenige verzadigde vetzuren zorgt. Daarom kun je beter niet te veel mais voeren.
Kruiden
Je kunt eventueel wat bijstellen met krachtvoer. Voor de koeien van kaasmakende melkveehouders is een speciale kaasbrok ontwikkeld met een accent op onverzadigde vetzuren uit bijvoorbeeld lijnzaad, sojaolie en raapzaadolie. Naast de kwaliteit van het gras, speelt ook de samenstelling van de grasmat een rol. Meer kruidenrijk gras, met weegbree of paardenbloem kunnen de smaak van kaas ook positief beïnvloeden.
(Bron foto: Pixabay)