Veluws Heideschaap ras van 2015
Flink en edel schaap
De naam van het ras zegt het al. Dit type schaap werd gehouden op de Veluwe heidevelden. Het behoort naast het Kempisch en Drents heideschaap en de Schoonebeeker tot de groep oorspronkelijke heideschapen. Dit zijn sobere schapen die gewend om te leven van de vegetatie op de heidevelden, grote afstanden af te leggen (dat is zichtbaar aan de poten) en die een vacht hebben die langharig en draderig is (waarmee ze niet achter struiken blijven haken). Het Veluws heideschaap is een groot en lang schaap dat relatief hoog op de benen staat. De kop heeft een voorname gebogen neuslijn (een ramsneus) en een zijdeachtige glans. Het dier heeft geen wol op de kop. Het schaap is hoornloos, crèmewit en heeft een vacht van witte, vrij grove, lange wolharen. Soms zitten er voskleurige vlekjes op de kop en poten. Het dier heeft een lange staart met wol erop.
Heideschapen: levende cultuur
De beste manier om een zeldzaam ras toekomst te bieden is om het weer een wezenlijk onderdeel te maken van onze samenleving. Dat gebeurt als ze ingezet worden voor natuurbeheer. Vroeger werden de schapen vooral gehouden voor de mest die ze produceerden. Overdag graasden ze op de ‘wilde gronden’, de heide, en ’s nacht verbleven ze in de schaapskooi. Dat was een soort potstal waar de schapen hun mest deponeerden. Die mest werd gebruikt om de arme grond van de nabijgelegen akkers te verrijken. De lammeren van de Veluwse heideschapen werden op de rijkere gronden afgemest en naar grote steden zoals London en Parijs vervoerd, waar een goede markt was voor lamsvlees. Tijdens de bloei van de wolindustrie was het ras, naast de kustschapen, tijdelijk ook wolleveranciers. Nu doen schaapskuddes en hun herders vooral werk voor natuuronderhoud. Ze zorgen ervoor dat de heide geen bos wordt en dat heideplanten nieuwe uitgroei hebben. Maar ze hebben nog een belangrijke taak: ze houden de cultuurhistorie levend. Het beeld van de kudde met de herder is een stukje levende cultuur dat het waard is om in ere te houden.
Kuddes: een kwetsbaar cultureel erfgoed
Kuddes met schapen uit de streek waar ze vroeger ook al voorkwamen is een rijk gezicht en een echte attractie. Kuddes Veluwse heideschapen kwamen van oudsher voor op de Veluwe, op de aan de Veluwe grenzende zandgrondgebieden in de provincie Utrecht en in Overijssel (al dan niet gekruist met Drentse heideschapen). Deze dieren zijn als het ware het vlaggenschip van de Veluwe. Dat is waardevol. Toch is het ras kwetsbaar. Traditioneel herderen met een kudde van oorspronkelijke schapenrassen wordt bedreigd door de concurrentie van bedrijven die meer oog hebben voor de opbrengst dan voor het behoud van cultuurhistorie. Zolang de waarde van het behoud van cultuurhistorie niet wordt verzilverd, dreigt de traditie van herder met een kudde streekrassen te verdwijnen. Met het Veluws heideschap als ras van het jaar, vragen we bij alle betrokkenen extra aandacht voor het behoud van alle Nederlandse heideschapen.
Contact
(Bron foto: Lammert Niesing)