Verdienmodel bij omvangrijke extensivering nog ver weg
Onderwerp
extensivering
Interessant voor
Veehouders en Akkerbouwers
De Nederlandse landbouw staat voor een omslag naar een meer extensieve manier van boeren, waar natuur, klimaat, waterkwaliteit en biodiversiteit bij gebaat zijn. Maar extensivering gaat gepaard met een daling van het inkomen door een lagere productie, een lagere veebezetting of minder rooigewassen. Meer boeren zullen voor extensivering kiezen als er duurzaam voldoende inkomen te behalen is.
Wageningen Environmental Research, Wageningen Economic Research en PPP Agro Advies zocht uit bij welke extensieve bedrijfsmodellen dat het geval is. Met de conclusies uit het rapport kan het ministerie instrumenten ontwikkelen om extensivering te ondersteunen, zodat boeren mogelijkheden zien om de omslag te maken.
In het onderzoek zijn acht modelbedrijven doorgerekend en vergeleken met een referentiebedrijf uit hun eigen sector. De referentiebedrijven is een gemiddelde van alle deelnemers aan het Bedrijveninformatienetwerk (BIN) van Wageningen Economic Research.
Extensieve bedrijven
Extensivering op melkveebedrijven draait om het verlagen van de veedichtheid en bij akkerbouw ligt de verhouding tussen rooi- en rustgewassen lager. Daarnaast speelt weinig input een rol, zoals de aanvoer van mest, veevoer, energie en bestrijdingsmiddelen. De output daalt: de productie op een extensief bedrijf ligt lager dan die op een (meer) intensief bedrijf. Maar ook de emissie van bijvoorbeeld stikstof en fosfaat ligt lager. Daarnaast heeft een extensief bedrijf ook meer output als het gaat om biodiversiteit en het leveren van het aantal ecosysteemdiensten.
Modellen voor melkveebedrijven
In het rapport worden 5 modellen voor de melkveehouderij doorgerekend. De modellen variëren van afzet van alle eigen mest op eigen land, dat mogelijk is door grondaankoop. Tot omvorming naar natuur of een gangbaar bedrijf met agrarisch natuurbeheer of een biologisch bedrijf met een kaasmakerij. Bij het laatste model voert de melkveehouder loonwerk uit voor een tbo en betaalt daarmee een lagere pacht voor natuurgronden.
Het blijkt dat maar 1 model voorlopig uitzicht biedt op een bestendig inkomen. Bij dit model wordt er gekozen voor omvorming naar natuur op een deel van de eigen grond. Hierbij wordt de grond afgewaardeerd, waardoor liquide middelen vrijkomen. Daarmee wordt natuurgrasland aangekocht. Bij dit model gaat het om het vrijmaken van vastzittend vermogen, zodat schaalvergroting mogelijk is. Hiermee is de benodigde compensatie duurzaam geregeld, maar moet de overheid deze constructie wél faciliteren.
Akkerbouwmodellen
De onderzoekers hebben 3 modellen voor extensieve akkerbouwbedrijven doorberekend. Het eerste bedrijf is een biologisch bedrijf met strokenteelt, het tweede bedrijf een groot biologisch graanbedrijf dat zich richt op de instandhouding van akkerkruiden. Het laatste bedrijf is een model dat de graanteelt inricht voor de korenwolf, een beschermde, wilde diersoort. Dit levert een ruime vergoeding per ha op.
Het blijkt dat het behalen van een vergelijkbaar of hoger inkomen mogelijk is door een hogere toegevoegde waarde van het product. Ook vergoeding uit natuurbeheer draagt hier aan bij, eventueel in combinatie met schaalvergroting en verbreding. Deze opties zijn echter niet voor alle akkerbouwers beschikbaar.
De weg is nog lang
De onderzoekers noteren verschillende conclusies. Allereerst zien zij nog geen verdienmodellen voor grotere aantallen bedrijven. De verdienmodellen van huidige succesvolle extensieve bedrijven bevinden zich in een niche. Het is onduidelijk wat er gebeurt met deze verdienmodellen als meer bedrijven extensiever gaan boeren.
Daarnaast blijkt uit de berekeningen dat uitbreiding van het bedrijf is belangrijk voor een bestendig verdienmodel. Maar het is de vraag of hiervoor voldoende grond beschikbaar is.
Tot slot concluderen de onderzoekers dat de boer de omslag naar extensiever boeren niet alleen kan maken. Het is een complexe wijziging van het landbouw- en voedselsysteem. Overheden, ketenpartijen, grondeigenaren en consumenten zullen ook stappen moeten zetten.
Overheid nu nog onmisbaar
De belangrijkste conclusie is dat de overheid op dit moment nog onmisbaar is om een goed inkomen te genereren op een extensief bedrijf. Extensieve bedrijven zijn bijvoorbeeld afhankelijk van het GLB (Gemeenschappelijk Landbouwbeleid). Maar allereerst moet er een visie komen waarin duidelijk wordt in welke gebieden extensivering het meest gewenst is. Daarna moet met diverse beleidsinstrumenten deze visie en de omslag worden gestuurd. Het is van groot belang dat er langjarig een substantieel budget beschikbaar is om boeren te ondersteunen in de overgang naar extensieve landbouw. Daarnaast geven de onderzoekers aan dat de overheid haar sturende rol moet pakken in de richting van de retail en consumenten.