Verdieping in Smaaklessen
Kinderen weten over het algemeen weinig over hun voedsel. Smaaklessen in het basisonderwijs leert ze daarom al negen jaar om voedsel te beleven en te ervaren. Het programma krijgt nu een verdieping en foodbedrijven kunnen actief bijdragen door lid te worden van het Voedseleducatie Platform. In het artikel ‘Leren door ervaren: Smaaklessen: Foodbedrijven kunnen actief meedoen’ wordt dit uitgelicht en komen betrokkenen aan het woord.
Lesprogramma
Het lesprogramma Smaaklessen is in 2006 ontwikkeld door het Voedingscentrum en Wageningen UR naar een idee van tv-kok Pierre Wind. Inmiddels zijn ruim 4000 scholen (ruim de helft van de basisscholen in Nederland) bereikt en is de waardering voor het programma bij scholen groot.
Het pakket Smaaklessen omvat jaarlijks vijf lessen die op een speelse manier ingaan op smaak, gezond eten (Schijf van Vijf), de herkomst van producten, consumentenvaardigheden (etiketten lezen) en de toepassing via kooklessen. De praktische lessen worden gegeven door de leerkracht en bevatten ook extra’s, als een opdracht voor op het digitale schoolbord, een leskist en een lesbrief met aanvullende lessuggesties en activiteiten.
Voedseleducatie Platform
Na de zomer van 2013 werd Smaaklessen binnen de Topsector Agri&Food voortgezet via het nieuwe Voedseleducatie Platform, een netwerk van onderwijsinstellingen, bedrijven, non-profitorganisaties en koepelorganisaties. Leden van dit platform zijn op dit moment onder andere Alpro, Cargill, FrieslandCampina, GroentenFruit Huis, MVO (ketenorganisatie voor oliën en vetten), Rijk Zwaan (groentezaden) en Wageningen UR.
Volgende fase
Op dit moment wordt Smaaklessen uitgebreid met verdiepende arrangementen, waarbij kinderen bijvoorbeeld een kijkje nemen bij een boerderij of zuivelfabriek. Of kunnen ze met eigen ogen zien hoe bijvoorbeeld aardbeien of asperges groeien en waarom dat in Nederland niet het hele jaar door kan. “Bij Smaaklessen is de impact groter als kinderen ook ervaringen eromheen opdoen”, zegt gezondheidswetenschapper Jaap Seidell die in de Raad van Toezicht van het Platform zit. “Dus groenten bijvoorbeeld niet alleen proeven, maar ook zelf verbouwen, opgraven en ermee koken. En bij kaas ook laten zien waar het gemaakt wordt en hoe. Dat doe je door met een klas op bezoek te gaan bij de veehouder of de kaasmaker. Dan blijven de lessen ook veel beter hangen.”Basisproductgroepen
Het Voedseleducatie Platform wil arrangementen samenstellen voor elk van de basisproductgroepen uit de Schijf van Vijf, dus groenten en fruit; aardappelen, brood, peulvruchten en graanproducten; zuivel, vlees, vleesvervangers en vis; halvarine, margarine en oliën; en dranken (vocht). Objectieve informatie staat hierbij centraal en daarbij is hulp nodig van de voedingsmiddelenbedrijven. Zij kunnen informatie aanleveren, zoals voor een fruit-encyclopedie gebeurd is, of zelf gastlessen geven. Om een objectief informatieaanbod te borgen heeft het Platform behalve een Raad van Toezicht ook een Toetsingscommissie, waarin onder meer het Voedingscentrum zitting heeft.(Bron foto: Thinkstock)