Nieuws

Vergroening GLB draagt nauwelijks bij aan milieudoelen

In het Gemeenschappelijk Landbouw Beleid van de EU beslaan vergroeningsmaatregelen zo’n 30% van de directe inkomenssteun aan landbouwbedrijven. In Nederland voert 73% van de boeren een van die vergroeningsmaatregelen uit. Maar het effect op milieu - en klimaatdoelen is zeer beperkt.

In het Gemeenschappelijk Landbouw Beleid (GLB) van de EU, zoals dat vanaf janauri 2015 geldt, zijn voor agrarisch ondernemers vergreeninigseisen opgenomen. 30% van het budget van de directe betalingen van dit GLB is bestemd voor vergroening. Ondernemers komen in aanmerking voor zo'n vergoeding als ze een van de verschillende vergroeningsmaatregelen inzetten. In het GLB worden drie soorten vergroeningsmaatregelen genoemd: gewasdiversificatie op het bouwland, in stand houden van ecologische aandachtsgebieden of behoud van blijvend grasland.

Vergroeningsmaatregelen

In opdracht van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselzekerheid wordt jaarlijks een rapportage over de effecten van die vergroeningsmaatregelen. Wat is het relatieve aandeel van de boeren die vergroeningsmaatregelen uitvoeren? En wat is het effect van die vergroening op de EU-doelen zoals de klimaatdoelen of het behoud van biodiversiteit?

Uit het rapport 'Feiten en cijfers vergroening GLB 2017' blijkt dat in Nederland in 2017 73% van de boeren ten minste één vergroeningsmaatregel uitvoert. In 2015 was dat aandeel nog 85%. Het aandeel landbouwgrond dat bij deze bedrijven hoort, is maar liefst 92%. De opstellers van het rapport stellen dan ook dat Nederland wat dit betreft hoog scoort. In de EU was het aandaal landbouwgrond dat onder ten minste één verplichting valt 73%.

Blijvend grasland

De opstellers van het rapport merken op dat er door de vergroening veel is veranderd in de landbouwpraktijk op bedrijven. Het hoge percentage landbouwgrond is inclusief de bedrijven met een instandhoudingverplichting voor blijvend grasland. De eisen voor blijvend grasland houden in dat een perceel minimaal 5 jaar grasland moet blijven. Je mag het niet gebruiken voor andere gewassen, maar je mag het grasland wel scheuren en opnieuw inzaaien. Alleen voor grasland in Natura 2000- gebieden geldt een omzet- en ploegverbod.

Gewasdiversificatie

Met de maatregel voor gewasdiversificatie wil de EU bevorderen dat er meer verschillende gewassen op hetzelfde moment verbouwd worden. Het zou een bijdrage kunnen leveren aan versterking van de biodiversiteit. Maar de onderzoekers constateren dat gewasdiversificatie over het algemeen overeenkomt met de gangbare landbouwpraktijk en daardoor weinig toevoegt. Tussen 2015 en 2017 steeg het aandeel boeren dat zich hieraan moet houden van 22% naar 24%, maar het heeft niet geleid tot meer diversiteit in gewassen.

Ecologisch aandachtsgebied

De vergroeningsmaatregel Ecologisch Aandachtsgebied is bedoeld om de biodiversiteit, milieukwaliteit en bescherming van het klimaat te verbeteren. Akkerbouwers moeten minstens 5% van het oppervlakte hiervoor bestemmen. Het merendeel van de boeren in Nederland kiest voor productie-gerelateerde maatregelen als vanggewassen en stikstofbindende gewassen. Deze gewassen leveren wel een positieve bijdrage aan bodemkwaliteit, maar dragen niet bij aan het verbeteren van de biodiversiteit, aldus de onderzoekers.

De opstellers van het rapport concluderen dat de meerwaarde die vergroening heeft op verbetering van de bijdrage aan de milieu- en klimaatdoelen maar zeer beperkt is.

(Bron foto: Shutterstock)