Verlies kiemkracht van zaden bij 4˚C opslag sneller dan gedacht
Genenbanken zijn erop gericht om hun collectie zo lang mogelijk kiemkrachtig te houden. Het CGN bewaart daarom de collectie goed gedroogd bij -20˚C. Echter, vanwege arbeid technische redenen werden zaden bestemd voor gebruikers bij 4˚C bewaard. Theoretische voorspellingen gingen er tot dusver van uit dat granen bewaard bij 4˚C meer dan 100 jaar levensvatbaar blijven.
Verouderd zaad
Feedback van gebruikers van CGN’s tarwe collectie wees op een sterk verminderde kiemkracht van het zaad. Om die reden heeft het CGN verschillende kiemkracht experimenten uitgevoerd met zaden van tarwe en gerst die waren bewaard bij 4˚C en bij -20˚C. Monsters bewaard bij -20˚C bleken na 30 jaar hun kiemkracht van meer dan 90% behouden te hebben, terwijl bij 4˚C de kiemkracht was gedaald naar circa 70%.
Zes jaar na deze experimenten is een deel van de monsters opnieuw getest. Zaden bewaard bij 4˚C bleken verder in kiemkracht gedaald te zijn, waarbij zelfs een aantal monsters bijna helemaal niet meer kiemden. Daarnaast bleken de monsters ook een vertraagde kieming te vertonen, wat mede duidde op een verminderde vitaliteit.
Relevantie
De publicatie ‘Rapid loss of seed viability in ex situ conserved wheat and barley at 4°C as compared to -20°C storage’ waarin de experimenten en resultaten beschreven worden, is onlangs online gepubliceerd. Rob van Treuren en mede auteurs benadrukken hierin de relevantie van de resultaten. Ten eerste is het vesturen van zaad met een lage kiemkracht een slechte service naar de gebruikers van genenbank materiaal. Ten tweede is het een waarschuwing voor genenbanken die ook de zaden bedoeld voor lange-termijn conservering bij 4°C bewaren.
Al het zaad in de diepvries
In januari 2018 heeft het CGN alle monsters die bij 4°C werden bewaard, verplaatst naar -20°C opslag. Momenteel wordt gewerkt aan het vervangen van het zaad dat lang bij 4°C is bewaard, zodat gebruikers van CGN materiaal op goed kiemkrachtig zaad kunnen rekenen.
(Bron foto: CGN)