Vervolgbeleid antibiotica in de veehouderij 2016-2020
Daling antibioticagebruik
De overheid blijft zich samen met veehouders en dierenartsen inzetten op verdere reductie van het gebruik van antibiotica bij dieren, als effectieve manier om een verdere vermindering van resistentie in het belang van de volks- en diergezondheid te bereiken. De samenwerking heeft in de periode 2009 – 2015 geleid tot een vermindering van het antibioticumgebruik in de dierhouderij met 58,4%. Ook het gebruik van voor de humane gezondheid kritische antibiotica is zeer sterk teruggebracht. Als gevolg van deze reductie zijn de resistentieniveaus in de veehouderijsectoren substantieel gedaald.
De doelstelling om het gebruik in de veehouderij in deze periode met 70% te verminderen is echter nog niet gerealiseerd. De laatste 2 jaar is de daling van het totale antibioticumgebruik in de dierhouderij vrijwel tot stilstand gekomen. In 2015 daalde het gebruik ten opzichte van 2014 met 0,65% en ook de resistentiedaling vlakte af. Sectoren verschillen, in enkele sectoren daalde het gebruik in 2015, in andere sectoren steeg het gebruik. Het huidige generieke beleid is niet meer effectief en vergt aanpassing om verdere reductie te kunnen realiseren.
Vervolgaanpak
Het afgelopen jaar is gezamenlijk gewerkt aan een vervolgaanpak, met als uitgangspunt: gezonde dieren zijn de norm, ziekte de uitzondering. Dit beleid is sectorspecifiek, houdt rekening met de verschillen tussen sectoren en de diversiteit aan diergezondheidsproblemen die ten grondslag liggen aan het antibioticumgebruik. Sectoren en KNMvD hebben verdergaande sectorplannen opgesteld om de diergezondheid te versterken, het gebruik te reduceren en de regierol van de dierenarts te verstevigen (zie bijlages bij dit bericht)..
De focus wordt gelegd op verdere reductie van het gebruik door de zogenaamde ‘rode’ en ‘oranje’ bedrijven. Dit zijn bedrijven die in de SDa-benchmarksystematiek voor het antibioticagebruik zich in het actiegebied (rood) of signaleringsgebied (oranje) bevinden, en hun gebruik verder moeten terugbrengen richting het streefgebied (groen). Cruciaal voor een volgende stap in reductie bij deze bedrijven is het uitvoeren van onderzoek naar kritische succesfactoren (KSF) voor laaggebruik en faalfactoren voor hooggebruik.
Onderzoek
In de pluimvee-, varkens- en kalversector en bij de dierenartsen financiert de overheid dit jaar onderzoek naar deze kritische succes- en faalfactoren en toepassing hiervan in pilots bij rode bedrijven. In deze pilots worden rode bedrijven intensief begeleid bij een verdere reductie en worden succesfactoren getoetst op effectiviteit. Medio 2017 zullen de onderzoeksresultaten meer inzicht geven in welke reductie bij rode en oranje bedrijven kan worden gerealiseerd en welke maatregelen daarbij effectief zijn. Op basis daarvan zullen de sectoren en KNMvD hun sectorplannen aanscherpen, zal de SDa de sectorale benchmarkwaarden aanscherpen en zullen we in overleg met de sectoren en de KNMvD per sector medio 2017 onderbouwde sectorspecifieke reductiedoelen vaststellen voor 2020.
Tot het moment dat deze sectorale doelen medio 2017 zijn vastgesteld, houdt de overheid vast aan de 70% generieke reductiedoelstelling voor de gehele veehouderij.
(Bron foto: SDa)