Vijf leervoorkeuren
Niet iedereen leert op dezelfde manier. Dat merkte Manon Ruijters als kind al. Terwijl haar broer schijnbaar moeiteloos alles kon onthouden, had zij er veel meer moeite mee. De vraag hoe mensen leren, hield haar bezig. Hoe ontwikkel je je intelligentie? En wat maakt mensen goed in hun vak? Als lector Professionele Identiteit en Organisatieontwikkeling bij Aeres Hogeschool in Wageningen houdt ze zich nog steeds bezig met die vragen. Daarnaast is ze ook hoogleraar Leren, Ontwikkelen en Gedragsverandering aan de Vrije Universiteit in Amsterdam en organisatieadviseur. Tijdschrift Mens en Natuur van IVN Nederland interviewde haar over leervoorkeuren.
Er zijn veel verschillende manier waarop mensen leren en zich ontwikkelen, zo legt ze uit. De een doet dat door de kunst af te kijken, te observeren en te analyseren. Een ander leert juist door te participeren, door samen met anderen dingen te ondezoeken.
Leervoorkeuren
Ruijter onderscheidt vijf verschillende leervoorkeuren:
- Kunst afkijken: Je leert het liefst in de spanning van de praktijk. je observeert anderen, analyseert wat bruikbaar is en past dat toe in je werk
- Participeren: Leren door te sparren met anderen. Hun reacties en ideeën voeden jouw leerproces.
- Kennis verwerven: Je houdt van punten op de I, van dingen die stevigheid en onderbouwing hebben en van leren waarbij een expert kennis overdraagt.
- Oefenen: Mensen die graag oefenen, maken het liefst kennis met iets nieuws in een veilige omgeving. Ze zijn niet bang om fouten te maken, want daar leren ze van.
- Ontdekken: Je leert het liefst van het leven zelf. Door zelf iets uit te vinden - je staat graag zelf aan het roer.
Docent
Er is niet een juiste manier van leren, maar er is sprake van grote diversiteit in de manier waarop kinderen of volwassen leren, zegt ze. Als docent met je rekening houden met wat mensen al weten of kunnen. Mensen zijn geen leeg vat dat gevuld moet worden. Iedereen, ook jonge kinderen, brengt zijn eigen kennis en ervaring mee. En als leraar meot je ook bewust zijn van mogelijke verschillen in leervoorkeuren van deelnemers en daar op inspelen.
Als iemand vraagt 'Is dat wel zo?', is dat mogelijk een kennisverwerver, zo legt ze uit. Het helpt dan om preciezer te worden. Maar als iemand gaapt terwijl die moet luisteren, is die mogelijk een kunstafkijker. Dan moet je met een praktisch voorbeeld komen. Als je een groep vaker ziet, loont het de leervoorkeuren in beeld te brengen.
Op leerscan.nl kun je een test doen die meer inzicht geeft in jouw denkgewoonten en leervoorkeuren. Die leervoorkeuren liggen niet vast. Ze kunnen veranderen afhankelijk van situaties en je eigen ontwikkeling. En het kan zo zijn dat je meerdere leerveerkeuren hebt. In het artikel kom Ruijters met tips voor natuurgidsen en docenten.
(Bron foto: Shutterstock)