Nieuws

Visverbod: geen uitkoop of nadeelcompensatie

‘Ik vind dat de overheid geen bedrijven moet uitkopen of de financiële gevolgen van slechte ondernemersomstandigheden voor haar rekening zou moeten nemen’, stelt Sharon Dijksma in een kamerbrief over de voorgenomen vangstverboden op schubvis in het IJsselmeer.

‘Dat zou een verkeerd gebruik van overheidsmiddelen zijn’, vervolgt de staatssecrataris van het Ministerie van Economische Zaken in haar Tweede Kamerbrief ‘IJsselmeervissers’ (13-6-2014). Hiermee sluit zij aan bij haar eerdere Tweede Kamerbrief ‘Visserij IJsselmeer, reactie Masterplan Toekomst IJsselmeer’ (3-6-2014).

'Absoluut dieptepunt visstand'

In Dijksma’s eerste brief is te lezen welke maatregelen en verboden zij precies voorstelt aangaande de visstand in het IJsselmeer. De brief is een reactie op het ‘Masterplan Toekomst IJsselmeer’, dat mede gebaseerd is op het Imares-onderzoek ‘Vangstadviezen voor snoekbaars, baars, blankvoorn en brasem in het IJsselmeer en Markermeer’. In laatstgenoemd rapport is van alles te lezen over onder meer discards, aantallen vergunningen en visstanden.

Het masterplan opent met de mededeling: ‘De visstand in het IJsselmeer, Markermeer en IJmeer is op een absoluut dieptepunt beland’. Doel van het plan is dat de visstand in 2021 een duidelijk herstel vertoont, visstand en visserij in balans zijn en de visserij duurzaam is (wat duurzaam is, wordt eveneens uitgelegd).

Geen precedentenwerking

De maatregelen die Dijksma voorstelde, hebben nogal wat reacties teweeg gebracht. In de meest recente brief van Dijksma neemt zij opnieuw stelling in: ‘Zowel binnen, als buiten de visserijsector zijn situaties denkbaar waarin sprake is van slechtere ondernemersomstandigheden, al dan niet binnen de invloedssfeer van de ondernemer’. Dijksma wil het risico op precedentenwerking niet nemen: ‘Wanneer ik in dit dossier de deur op een kier zou zetten, heeft dat onmiddellijk effect op andere sectoren en dossiers’.

De staatssecretaris onderbouwt haar brief met Europees recht ten aanzien van concurrentieverstoring in relatie tot overheidssteun. Van belang zijn onder meer de ‘Richtsnoeren voor het onderzoek van de steunmaatregelen van de staten in de visserij- en de aquacultuursector’. In die richtsnoeren wordt uitkoop niet genoemd.

‘Eenvoudigweg minder vis’

Ook ‘nadeelcompensatie’ is volgens Dijksma niet aan de orde. Zij noemt het voorbeeld waarbij kokkelvisserij een tijd verboden werd met het oog op natuurbescherming. In het geval van het IJsselmeer betreft het volgens Dijksma ‘maatregelen die worden genomen in het belang van de visserij zelf’.

In haar brief verwijst de staatssecretaris naar de ‘Visserijwet 1963’, welke dient ter verdeling van de visserijmogelijkheden. ‘Daartoe is op het IJsselmeer een vergunningensysteem ingesteld. De huidige visstand op het IJsselmeer is op dit moment zodanig dat slechts beperkte visserij mogelijk is. Daarover bestaat ook onder betrokken partijen geen verschil van mening. Er is eenvoudigweg minder vis te verdelen’.

Van 40% naar 85% vangstreductie

Laatstgenoemde merken ook de sportvissers. In een nieuwsbericht op de site Sportvisserij Nederland meldt de organisatie dat mede door haar lobbywerk een eerder voorstel van Dijksma van tafel is geveegd. In eerste instante, zie ook Dijksma’s kamerbrief ‘Visserij IJsselmeer', stelde zij voor de beroepsmatige visserij op schubvis op het IJsselmeer terug te brengen tot 40%.

Die reductie is door de Tweede Kamer afgewezen en verhoogd naar 85% voor het komende jaar, waarbij beroepsvissers gecompenseerd zouden worden (een voorstel waarmee betrokkenen tijdens het voorafgaande overleg, evenmin instemden - zie brief 'Visserij IJsselmeer'). Het is, blijkens Dijksma’s laatste schrijven, nog maar de vraag of die compensatie doorgang vindt. In het meest recente bericht op de site Visserijnieuws (‘Dijksma hoopt op gezamenlijke aanpak IJsselmeervisserij') is te lezen dat de staatssecretaris alle partijen nogmaals uitnodigt voor een bestuurlijk overleg.


(Bron foto: Thinkstock)

Publicaties

(5)