Nieuws

Vleesveesector in economisch dal

De vleesveesector zit al jaren in een economisch dal, zo blijkt uit de Vlaamse Landbouwconjunctuurindex. De kosten, met name de voerkosten, stijgen harder dan de opbrengsten. Vleesveehouders kunnen wel werken aan verbetering door de bedrijfsboekhouding te analyseren.

In maart publiceerde het Vlaamse Departement Landbouw en Visserij zijn Landbouwconjunctuurindex. Dat is een rapport over de economische situatie van landbouw en tuinbouwbedrijven gebaseerd op een van een enquête onder 750 bedrijven. De deelnemers worden daarbij gevraagd een inschatting te geven over de economische situatie van hun bedrijf en de verwachte ontwikkeling.

Economisch dal

Uit die index blijkt dat de vleesveesector al jaren in een dal zit. Een groot deel van de deelnemende vleesveehouders schat de economische situatie als slecht tot heel slecht in. Ook de verwachtingen voor de toekomst zijn somber, meldt Vakblad Veeteelt Vlees in het artikel 'Rendabiliteit vleesvee laag, maar vooral te vaak onbekend'.

Boekhouding

Vleesveehouders zouden de rendabiliteit beter in beeld kunnen krijgen door informatie uit de bedrijfseconomische boekhouding te analyseren. Zo kun je kosten en opbrengsten evalueren, verborgen gebreken ontdekken, de onderlinge bedrijfstakken vergelijken en het eigen bedrijf vergelijken met de vorige jaren en met vergelijkbare bedrijven.

Van de 7500 Vlaamse bedrijven met met zoogkoeien, blijken er maar 300 à 400 jaarlijks een bedrijfseconomische boekhouding bij te houden. Zo'n bedrijfseconomische boekhouding is een opsomming van alle kosten en opbrengsten met als doel het bruto saldo en het familiaal arbeidsinkomen te berekenen.

Stijgende voerkosten

Uit cijfers van de Vlaamse overheid blijkt dat tussen 2009 en 2015 de totale opbrengsten door de verkoop van dieren stegen met ongeveer 200 euro. Maar ook de kosten stegen: vaste kosten met zo'n 120 euro en variabele kosten met 240 euro. De hogere voerkosten zijn een verklaring voor die stijging. Dit betekent dat het bruto saldo daalt. Dat ligt nu rond de 300 en 460 euro per zoogkoe, terwijl het streefcijfer 1000 euro zou moeten zijn.

Het vakblad komt met een aantal suggesties waardoor je het bedrijfsresultaat kunt verbeteren, bijvoorbeeld door een kalvingsindex van 1,20 na te streven, dat is de verhouding tussen het aantal kalvingen en het aantal zoogkoeien op het bedrijf. Dat kun je doen door het aantal lege dagen na een kalving te beperken.

(Bron foto: Pixabay )