Vleesveeverbetering door planmatig fokken
Vleesveeinspecteur Linda McKendrick meet met een sensor het vetpercentage en de grootte van de ribeye bij een tien maand oud stiertje van het Aberdeen Angusras, een vleeskoe op het vleesveebedrijf van Roy Ottink in Markelo. Met die gegevens kunnen de fokwaarden van dit dier berekend worden. Angusfokker Ottink is tevreden over het resultaat, zo meldt vakblad VeeteeltVlees in het artikel 'Scannen voor een betere vleeskwaliteit'. 'Het is boven verwachting goed,' aldus Ottink in het bijbehorend filmpje.
Fokwaarden
Linda McKendrick kwam begin januari op verzoek van vleesveefokker Roy Ottink vanuit Schotland naar zijn bedrijf in Markelo. Ottink wilde zijn dieren laten scannen om zo zicht te krijgen op de fokwaarden. Het is voor het eerst dat die methode in Nederland wordt gebruikt.
In Groot Brittannië wordt dat programma al langer gebruikt en worden er jaarlijks 10.000 dieren gescand voor het Australische fokkerijprogramma Beedplan. Mc Kendrick scant er jaarlijks tussen de 2000 en 3000 dieren. Nadat de dieren zijn gewogen, legt de inspecteur de specifieke karkaseigenschappen vast met een scanner. Die gegevens gaan naar een centrale database om er fokwaarden van te berekenen. Dat laatste gebeurt in Australië, waar het systeem al 40 jaar bestaat.
Kwaliteit
De fokwaarden worden uitgedrukt in zogenoemde Estimate Breeding Values (EBV). Metdeze EBV kun je dieren selecteren en paringen maken omdat ook ki-stieren van het angusras voorzien zijn van deze fokwaarden. Naast de gescande gegevens worden bij de berekening ook andere gegevens meegenomen zoals het geboortegewicht en de mate waarin bij de verlossing is geholpen. De dieren worden gescand als ze 10 en 24 maanden oud zijn.
Ottink was tevreden over de meetresultaten. Zijn dieren horen tot de beste 5% van de Anguspopulatie, denkt hij. Hij verwacht met Breedplan en betere en homogenere kwaliteit dieren te kunnen fokken.
(Bron foto: Pixabay)