Vogelgriep lastig buiten de deur te houden
Onderwerp
vogelgriep, bioveiligheid, maatregelen
Interessant voor
pluimveehouders
Het beruchte H5N1-virus grijpt weer om zich heen. Na een relatief rustig halfjaar zijn er sinds november weer wat uitbraken in Nederland. In het Gelderse Putten moesten bij een pluimveehouder begin december 110.000 leghennen worden geruimd. Het virus verspreidt zich van bedrijf tot bedrijf of via wilde vogels, insecten en knaagdieren. Voor pluimveehouders is het dus zaak om extra alert te zijn bij werkzaamheden in en om het bedrijf, blijkt uit het ‘Onderzoek naar insleeproutes voor hoogpathogene vogelgriep bij commerciële pluimveebedrijven’.
Individuele veehouders kunnen weinig veranderen aan risicofactoren zoals een aantrekkelijk landschap voor besmette wilde vogels of weersomstandigheden. Maar ze kunnen wel proberen om de directe omgeving van de stallen zo onaantrekkelijk mogelijk te maken voor wilde vogels en plaagdieren, staat in de studie. Dat betekent: zorgen voor beton of grind in plaats van gras rond de stallen, een goede ondergrondse afwatering van hemelwater en het schoonhouden van het erf, met name rond mest- of strooiselopslagen en bij de voersilo’s.
Luchtstromen beperken
Het lijkt bovendien effectief om watervogels te weren, en om wildevogelpoep te verwijderen van het erf zolang dat geen stof veroorzaakt. Ook kunnen bomenrijen of -schermen de luchtstromen rond de stallen beperken. Verder luidt het advies om luchtinlaten van stallen beter af te schermen tegen deeltjes in de lucht. ‘Hoe kleiner de hoeveelheid virus die binnenkomt, hoe kleiner de kans dat het pluimvee in aanraking komt met voldoende infectieuze virusdeeltjes voor een besmetting’, zo schrijven de onderzoekers.
Risicovolle werkzaamheden op eigen land en aan sloten, kunnen beter uitgevoerd worden op momenten dat dit minder grote risico’s met zich meebrengt, dus in periodes waarin minder risicovogels in de buurt zijn, wanneer er weinig wind staat, en buiten het vogelgriepseizoen. ‘Vermijd ook verkeer van trekkers en andere voertuigen vlakbij de stal, omdat besmet materiaal mogelijk kan opspatten vanaf de wielen. Na het oogsten of baggeren of maaien van sloten en slootkanten, is het raadzaam de resten zo snel mogelijk, zonder dat hierbij stof of aerosolen ontstaan, op te ruimen aangezien dit vogels en plaagdieren kan aantrekken’, staat te lezen in de studie.
Bekende besmettingsroutes
In 2003, en structureel sinds 2014, worden met vogelgriep besmette commerciële pluimveebedrijven in Nederland uitgebreid onderzocht. Het blijkt lastig te bewijzen of het vogelgriepvirus via luchtinlaten de stal in kan komen. Door een team van epidemiologen, pluimveedierenartsen en klimaatexperts is de afgelopen tijd daarom vanuit verschillende invalshoeken en met verschillende technieken praktijkonderzoek gedaan. Dit onderzoek is uitgevoerd bij een vleeskuikenbedrijf in Noord-Holland, een vleeskuikenbedrijf in Friesland en een leghennenbedrijf in Groningen. Bij deze bedrijven werd in november 2021 een H5N1-uitbraak vastgesteld én deze bedrijven liggen in een watervogelrijk gebied.
Naast een uitgebreide risico-inventarisatie van de directe omgeving, zijn luchtstromen en lekkages van lucht of vocht in de stallen in kaart gebracht. Ook zijn met fijn-muskietengaasnetten grove deeltjes opgevangen en is de aanwezigheid van wilde vogels rondom de stal bestudeerd. Het onderzoek wijst uit dat het vogelgriepvirus zich kan verspreiden ondanks het feit dat pluimveebedrijven een goed management voeren in nette stallen, en hun pluimvee binnen houden.
“Belangrijk is om mest van wilde vogels niet met de hogedrukspuit weg te spuiten. Dat kan zorgen voor druppeltjes met daarin kleine mestdeeltjes die het vogelgriepvirus bevatten. Die worden vervolgens de stal binnengezogen via de ventilatie.”
Wisselen van schoeisel
Een belangrijke maatregel om insleep van vogelgriep te voorkomen, is het wisselen van schoeisel bij werkzaamheden in of dichtbij de stal, zo stelt vogelgriepdeskundige Francisca Velkers van de Faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht in Nieuwe Oogst. "Aan schoeisel kan ongemerkt mest van wilde vogels zijn blijven plakken. Wisselen van schoeisel is een veel zekerder maatregel dan het gebruik van ontsmettingsbakken. Die kunnen snel vervuilen en werken dan juist als besmettingsbron", licht Velkers toe.
"Maak het erf zo onaantrekkelijk mogelijk voor wilde vogels", adviseert de deskundige. "Belangrijk is om mest van wilde vogels niet met de hogedrukspuit weg te spuiten. Dat kan zorgen voor druppeltjes met daarin kleine mestdeeltjes die het vogelgriepvirus bevatten. Die worden vervolgens de stal binnengezogen via de ventilatie." Het schoonmaken kan volgens de vogelgriepdeskundige beter met een emmer water met zeep, of anders met normale waterdruk en veel water. "Het water moet wel weer van het erf af, want waterplassen trekken vogels aan."
Landelijke ophokplicht
Sinds half november geldt in Nederland weer een landelijke ophokplicht voor risicovogels als commercieel gehouden kippen, kalkoenen, ganzen en eenden. Ook geldt er een bezoekverbod voor pluimveebedrijven. Bioveiligheid op en bij het bedrijf, stallen, dagelijks werk, logistiek, bezoekers en medewerkers zal altijd voorop blijven staan om vogelgriep te voorkomen, denkt Hendrik-Jan Roest, plaatsvervangend chief veterinary officer bij het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselveiligheid.
Daarnaast is er goede hoop dat vaccinatie van pluimvee uitkomst biedt. Afgelopen jaar is een grotere praktijkproef gestart met twee vaccins. Een volgende stap is dat de inenting de goedkeuring van de EU krijgt. Ook moet monitoring praktisch uitvoerbaar worden. Op de internationale markt zijn handelsbelemmeringen nog een punt van zorg. Veel landen accepteren op dit moment nog geen producten, eendagskuikens of broedeieren van gevaccineerde dieren.