Voldoende opbrengst van het land dankzij fertigatie
Onderwerp
fertigatie, fertilisatie, irrigatie
Interessant voor
melkveehouders, tuinders, akkerbouwers
Fertigatie is een samentrekking van irrigatie en fertilisatie, oftewel voedingsstoffen toedienen. Melkveehouder Wilry Giesen past dit voor het derde seizoen toe, op 8 hectare maisland. De percelen liggen in het Gelderse Beek op zo’n 10 kilometer afstand van het melkveebedrijf in buurtschap Vethuizen. ‘Het is droge zandgrond met haast geen organische stof in de bodem en continu maisteelt. Door de combinatie van druppelirrigatie en het toedienen van meststoffen is de oogst beter dan die van omliggende percelen.’
In het voorjaar komen de slangen met gaatjes op het veld. De koeienboer heeft een hut gebouwd voor de pomp en de controller en een stroomkast aan laten leggen. ‘In de loop van het seizoen kan ik vloeibare stikstof geven via de slangen. De grond is hier als een vergiet, dus alle meststoffen met het zaaien opbrengen, werkt niet goed’, vertelt Giesen in Nieuwe Oogst.
Proeven met drijfmest
Het Melkvee Innovatie Centrum (MIC) bestudeert fertigatie van grasland. Voor het derde seizoen ligt in het Gelderse Laren een proef van 1 hectare grasland met een ondergrondse watergift. Dat zorgt voor een altijd groene grasmat, zelfs in droge tijden. Dat concludeert Kees de Groot, teeltadviseur bij voerleverancier GIJS, die van meet af aan bij de proeven betrokken is.
In 2024 wil De Groot ook drijfmest via druppelirrigatie toe gaan dienen. ‘De grootste uitdaging zit hier in de infrastructuur om de drijfmest in de juiste dosering bij de slangen te krijgen’, zegt de adviseur. ‘Er moeten heel wat kuubs aangevoerd worden om de volledige drijfmestgift in het voorjaar te vervangen. Dit vraagt om de nodige pompcapaciteit. Daarnaast moet er vooraf goed gefilterd worden zodat vaste deeltjes geen probleem voor je pomp en druppelslangen vormen.’
Verbeteren van waterkwaliteit
Naast goede opbrengsten in droge tijden zien boeren fertigatie als mogelijkheid om de stikstofuitstoot te verminderen en de waterkwaliteit te verbeteren. Via het 7e actieprogramma Nitraatrichtlijn kunnen agrarisch ondernemers kiezen voor een zogenoemde maatwerkaanpak. Hierbij kunnen boeren zelf bepalen welke maatregelen het beste werken voor hun bedrijf om de gestelde doelen uit de Nitraatrichtlijn te behalen. De maatregelen moeten tot een minimaal gelijkwaardige waterkwaliteitsverbetering leiden als de generieke maatregelen uit het 7e actieprogramma.
Akkerbouwers, tuinders en veehouders die meedenken over het beleid van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) zien fertigatie als een geschikte aanvullende maatregel die past bij de boerenpraktijk.
“De grootste uitdaging zit hier in de infrastructuur om de drijfmest in de juiste dosering bij de slangen te krijgen.”
Innovaties op het land
In de tussentijd staan de technische ontwikkelingen rond fertigatie niet stil. Zo zijn geautomatiseerde doseerunits op de markt om de meststoffen in het irrigatiesysteem te krijgen. Deze worden met name gebruikt in openveldteelten door bijvoorbeeld een druppel- of beregeningsinstallatie met een bronpomp.
Volgens André van Spengen, open field-specialist bij leverancier Netafim, zetten tuinders de kraan van het irrigatiesysteem nog te vaak handmatig open en dicht, zeker op percelen die wat verder weg liggen. Met hulp van een doseerunit kan een boer of tuinder zelf het aantal kuubs of de tijd instellen. ‘Ook kunnen we tussen alle zuigslangen van de meststoffendosering speciale litertellers plaatsen, waardoor de hoeveelheid bemesting per kraanvak kan worden gereguleerd’, legt Van Spengen uit.
Betere verteerbaarheid
Volgens De Groot is het niet ondenkbaar dat in Nederland waterquota komen voor de landbouw, net als in landen als Amerika en Australië. Fertigatie als vorm van precissiebemesting kan ook een bijdrage leveren aan een efficiëntere mestafzet op het eigen bedrijf. Via het programma Bemest op z’n Best loopt een aanvraag van de Gelderse voerleverancier om de komende jaren meer onderzoek te doen.
Vooral in het maisland zijn de resultaten van fertigatie bemoedigend, zo concludeert De Groot. ‘Zeker in droge jaren en als je op het ideale moment kunt oogsten zijn de verschillen groot’, vertelt de adviseur. ‘Maar ook de verteerbaarheid is beter, omdat de plant met genoeg water en voedingsstoffen ongestoord kan doorgroeien. Daardoor zit er meer energie in het ruwvoer en dat leidt weer tot een betere kwaliteit melk.’
Een stap te ver
Druppelirrigatie vraagt volgens melkveehouder Giesen wel de nodige tijd en aandacht. ‘Zeker in het voorjaar kunnen vogels de slangen kapotprikken. Ook veroorzaken ritnaalden, de larven van de kniptor, schade en die bestrijd ik met een knoflookextract. Als de druk in het systeem te laag is, groeit de ene maisplant heel hard en een ander verdroogt alsnog.’
Druppelirrigatie op de graspercelen is voor de familie Giesen voorlopig een stap te ver. ‘We zitten met de graslanden op kleigrond of leemhoudende zandgrond en dat kunnen we prima beregenen. Ik houd de ontwikkelingen wel in de gaten, want irrigatie bespaart me een hoop werk, zeker als de slangen permanent in het perceel liggen.’